Energis wint bij Opta van KPN
Het geschil had betrekking op de vergoeding die uitbaters van netwerken elkaar in rekening brengen wanneer een gesprek van het ene netwerk naar het andere netwerk geschakeld moet worden. KPN verlaagde vanaf 1 juli 1999 eigenmachtig de facturen die het van Energis ontving voor deze zogeheten terminating-diensten. Daarmee week het bedrijf eenzijdig af van een overeenkomst van 1997. Daarin hadden KPN en Energis hun tarieven op hetzelfde niveau vastgesteld. Na die periode traden twee wijzigingen op die de overeenkomst voor KPN een stuk minder aantrekkelijk maakten. Ten eerste werd het bedrijf door de Opta gedwongen de tarieven voor terminating-diensten in lijn te brengen met de daarvoor gemaakte kosten. De tarieven van KPN kwamen daardoor lager te liggen dan die van Energis. Bovendien trad er een verandering in de verkeersstromen op. Aanvankelijk leverden KPN en Energis elkaar ongeveer evenveel terminating-diensten. Maar al snel werd de verdeling van het verkeer asymmetrisch, waardoor KPN veel meer terminating-diensten van Energis moest afnemen dan omgekeerd. In een eerdere rechtszaak had de Rotterdamse rechter bepaald dat de overeenkomst van 1997 zijn geldigheid met ingang van 1 juli 1998 had verloren. Voor het vaststellen van redelijke tarieven verwees hij de strijdende partijen naar de Opta. Die heeft nu dus bepaald dat er geen enkele reden is om te twijfelen aan de redelijkheid van de tarieven zoals die tussen KPN en Energis waren overeengekomen. De argumentatie van KPN dat deze overeenkomst geen recht doet aan de gewijzigde marktomstandigheden, dat KPN geen mogelijkheid had om het hogere tarief door te berekenen, en dat Energis ten onrechte een regionaal terminating-tarief zou berekenen, werd terzijde geschoven. (jwy)