Oracle verlaagt onderhoudsdruk
De datum waarop de prijsverhoging voor het zogeheten Extended Support ingaat (dat volgt op Premier Support), is met een jaar uitgesteld voor Oracle Enterprise Business Suite 11i-10 (tot november 2011), JD Edwards Enterprise One 8.11 (tot december 2010), Siebel CRM 7.8 (tot mei 2011) en de Oracle database 10gR2 (tot juli 2011). Peoplesoft Enterprise 8,9 krijgt vier maanden respijt en de ‘noodsupport’ S1 voor de oudere Oracle EBS-versie 11i-9 wordt met een jaar verlengd. Oracles aankondiging kan betekenen dat het bedrijf in de huidige economie anticipeert op minder snelle upgrades van oudere software en dus een langer migratiepad naar de SOA-gebaseerde Fusion Apps van Oracle. Forrester-analist Ray Wang ziet echter ook een duidelijke parallel met de afspraken die SAP vorige week maakte met zijn gebruikerskoepel SUGEN (waarin ook de Nederlandse gebruikersgroep VNSG deelneemt), over de exacte wijze waarop de gebruikers SAP mogen afrekenen op de meerwaarde die zij al of niet realiseren met de omstreden duurdere Enterprise Support. Die onderhoudsvorm kondigde SAP in juli 2008 voor alle gebruikers aan. Gebruikersgroepen krijgen volgens Wang meer vat op wat er met hun onderhoudsgeld gebeurt. De key performance indicators (KPI’s) die SAP en SUGEN zijn overeengekomen, zouden ook voor Oracle en zijn gebruikers handvatten kunnen zijn om te controleren in welke mate de onderhoudsinkomsten (‘maintenance’) worden geherinvesteerd in R&D. Volgens Wang is dat percentage bij Oracle het afgelopen jaar gedaald van 12,6 naar 11,6 procent. Het akkoord dat SAP en SUGEN vorige week na veel vijven en zessen sloten, omvat een benchmarkprogramma, met de afspraak dat het niet behalen van de daarin vastgelegde KPI’s (die bij honderd bedrijven wereldwijd worden gemeten) leidt tot het achterwege laten van de stapsgewijze prijsverhogingen van 17 procent naar uiteindelijk 22 procent van de oorspronkelijke licentieprijs. Een extra afspraak daarbij is dat de geplande stappen plaatsvinden in zeven jaar tijd in plaats van in vier. De jaarlijkse verhoging bedraagt daarbij maximaal 3,1 procent, in plaats van 8 procent.