SCO houdt open-sourcewereld nog even in spanning
SCO betichtte al in maart 2003 IBM van het onrechtmatig verwerken van een deel van de Unix System V-code in Linux. Het bedrijf raakte vervolgens in gevecht met Novell, dat bestreed dat de betreffende broncode echt het bezit was geworden van SCO. Na aanvankelijke onrust te hebben veroorzaakt in de Linux-gemeenschap lijkt de kwestie steeds minder relevant te zijn geworden. Het afkoopprogramma SCO source dat SCO voor Linux-gebruikers heeft opgezet die zich van SCO’s claims wilden vrijwaren, bracht in 2005 nog maar 166.000 dollar op. In december leverde SCO zijn bewijzen tegen IBM in bij de rechtbank, een lijst van 293 ‘technologie-openbaringen’, waarvan de documentatie voorlopig verzegeld blijft. Op basis van diezelfde lijst is Novell nu aangeklaagd, omdat het die technologie zou aanbieden in zijn Linux-distributie Suse. Thomas Carey, een prominente advocaat uit Boston die de zaak al jaren volgt, denkt dat het weinig voorstelt. "Die ‘ongeautoriseerde openbaringen’ zijn iets heel anders dan stukken gekopieerde code." Carey denkt ook dat SCO in zijn zaak tegen IBM een essentiële kwestie weglaat. "IBM heeft specifiek een clausule uitonderhandeld die het toestond dezelfde programmeurs te gebruiken die de Unix-code hadden gezien, om concurrerende producten te maken. Daar is SCO goed voor betaald; het heeft die clausule voor het gemak buiten de discussie gehouden." De hernieuwde activiteit betekent overigens niet dat er veel schot in de zaak komt. Het begin van het proces SCO-IBM is nog steeds gepland in februari 2007.