Eindelijk: een formele taal voor ‘de business’
In fundamentele zin heeft SBVR weinig met IT te maken. Het is een van de vele manieren om de werkelijkheid vast te leggen.
Maar wat SBVR zo bijzonder maakt, is dat de taal zowel door ‘gewone mensen’ is te begrijpen als – dat is tenminste uiteindelijk de bedoeling – door gereedschappen waarmee software wordt gegenereerd. Software modelleren in natuurlijke taal – in een uitbreidbaar en uitwisselbaar standaardformaat – wordt zo voor het eerst mogelijk.
Een gangbare standaard voor het modelleren van softwaresystemen is UML (Unified Modelling Language). Maar die taal – ook een OMG-standaard – is niet bepaald hanteerbaar voor de stervelingen die zich met ‘de business’ bezighouden. “UML is geen taal voor mensen”, poneert dr. ir. Sjir Nijssen, die al in de jaren zeventig met NIAM (Natuurlijke taal Informatie Analyse Methode) deels de basis legde voor wat nu SBVR is geworden. Nijssen is uitermate enhousiast over SBVR, en denkt dat met de standaard een enorme productiviteitsverbetering is te realiseren. “Met IT-systemen wordt elk jaar 500 miljard dollar verspild, omdat we vooral aandacht hebben voor het programmeren en niet voor de requirements”. Met SBVR zal volgens hem uiteindelijk evenveel tijd worden besteed aan die requirements, de taken van het te bouwen softwaresysteem, maar aan de programmeerkant blijft nog maar een op de zeventien mensen over en het aantal uren dat per functiepunt gewerkt wordt, kan dalen van 6 naar 1,2.
Donald Chapin, voorzitter van de werkgroep die SBVR de afgelopen jaren naar de ‘1.0-status’ leidde, is uiteraard even enthousiast. Dat de verzameling mensen uit de wereld van de linguïstiek, de logica, de businessanalyse en de software zich via de OMG-werkgroep in deze standaard hebben gevonden, is “bijna een wonder”, zegt hij. ”Multidisciplinaire projecten zijn altijd een bezoeking.”
SBVR geeft businessmensen weer een meetlat om te zien of een softwaresysteem wel doet wat ze willen, stelt Chapin. IT-mensen hebben een blinke vlek en dénken dat ze de business begrijpen, maar zo gauw je dan met de business-mensen praat en citeert wat de IT-mensen zeggen, lopen ze hoofdschuddend weg.”
SBVR kan het middel bij uitstek worden om die spraakverwarring te voorkomen, maar er moet nog wel wat gebeuren voor SBVR een succes wordt, verduidelijkt Chapin. Ten eerste moeten er gereedschappen komen die SBVR aan de businesskant ondersteunen. Dat zullen waarschijnlijk de bestaande business-rulespakketten zijn (BRMS). Sjir Nijssen: “Je zult in mei, juni een grote omslag zien. Er gaan veel partijen mee aan de slag.”
Vervolgens moeten de leveranciers aan de IT-kant de vertaling maken, zodat ze met SBVR-modellen (uit bijvoorbeeld die business-rulespakketten) de semantische laag in hun software kunnen genereren. Chapin: “Als ze zien wat er mogelijk is, duurt dat echt niet lang.”
Een derde belangrijke voorwaarde is dat er generieke vocabularia worden opgebouwd of uit de bestaande varianten worden geïdentificeerd. Die vocabularia (termenlijsten) moeten een weerspiegeling zijn van de zakelijke praktijk van bedrijven en organisaties. Chapin: “We moeten een manier vinden om ervoor te zorgen dat iedereen zijn steentje uit eigenbelang bijdraagt.” Ook de ISO zal helpen, verwacht hij. “Ze gaan alle terminologieën – en ze hebben er duizenden – in een SBVR-achtige database stoppen en zullen daarin alvast beginnen te harmoniëren. Dat zal waarschijnlijk gratis beschikbaar komen.”
SBVR, waaraan ook Unisys, IBM, Oracle, SAP en een reeks kleinere business-rules-spelers hebben meegewerkt, zal volgens Chapin het eerst in grammatica-analyse en zoektechnologie opduiken. “Zoeken op semantiek in plaats van op syntax geeft natuurlijk veel betere zoekresultaten. Daarna volgen BI-bedrijven, zoals het door Business Objects (SAP) overgenomen Insight, en business-rules-spelers zoals bijvoorbeeld Ilog, Yasu, Adaptive en MEGA.
/f.blankena@sdu.nl
SBVR: Begrijpelijke taal voor zakelijke gebruikers
SBVR is een taal die enerzijds formeel genoeg is om te dienen als basis voor het genereren van applicaties en anderzijds begrijpelijk genoeg voor zakelijke gebruikers. Daartoe moet een zorgvuldige deelverzameling van de natuurlijke taal gebruikt worden. Welke taal dat is, maakt in principe niet uit, want de termen en de onderliggende betekenissen zijn in SBVR van elkaar gescheiden. In eerste instantie wordt gebruikgemaakt van ‘Structured English’.
SBVR bestaat bij de gratie van ‘vocabularies’. Dat zijn lijsten met termen die voor iedereen zinvol zijn of binnen een bepaalde groep gebruikers (een branche, beroepsgroep et cetera) relevant zijn.
Daarnaast worden in SBVR de bedrijfsregels (business rules) omschreven die eenduidig aangeven wat een organisatie doet. Die regels omschrijf je alleen door gebruik te maken van termen uit de vocabulary.
Afgezien van een vocabulary voor de werking van de standaard zelf, omvat SBVR nog geen standaardvocabularies. Die moeten de komende tijd uit de praktijk van geïnteresseerden opborrelen. Iedere gemeenschap kan zijn eigen vocabularies gebruiken, en SBVR geeft richtlijnen over hoe twee vocabularies samen gebruikt kunnen worden. De wetten van de semantiek sluiten het simpelweg bij elkaar gooien van twee van dergelijke termenlijsten nu eenmaal uit.
Tweede Weg: Ook Microsoft wil modelleren in natuurlijke taal
Ook Microsoft is bezig met een ‘tekstuele modelleertaal’, maar dan als direct onderdeel van zijn nog te ontwikkelen nieuwe softwarearchitectuur ‘Oslo’. Komende versies van Biztalk, .NET en Visual Studio zullen volgens die architectuur worden gebouwd. De modeelleertaal ‘D’ is volgens de eerste berichten een declaratieve taal die is gericht op niet-ontwikkelaars. Volgens de verantwoordelijke softwarearchitect Don Box van Microsoft is het niet de bedoeling een grote CASE-tool te bouwen. “We denken meer in de richting van het bouwen van applicaties op zodanige wijze dat je meer in data stopt en minder in code.” Volgens hem zijn de Microsoft-ontwikkelaars erg bezig met “natuurlijke manieren om dingen op te schrijven in een tekstbestand, die ook op een natuurlijke manier gelezen kunnen worden”.
‘D’ zou gebruikt worden om applicaties en componenten te bouwen voor de Oslo-architectuur. Een nieuwe teksteditor, Intellipad, is in de maak om als invoerinstrument voor ‘D’ te dienen.
Microsoft is niet direct betrokken geweest bij de vaststelling van SBVR. Of en hoe ‘D’ in het verlengde komt te liggen van de standaard, is nog niet duidelijk.