Gemeenten in tijdsklem bij implementaties
De verenigingen tellen samen zo’n 450 leden, voor het overgrote deel gemeenten.
Najaar 2004 kwamen koepelorganisaties van gemeenten (VNG) en provincies (IPO) met het kabinet een ‘Code Interbestuurlijke Verhoudingen’ overeen, die een redelijke termijn voorschrijft tussen vaststelling en inwerkingtreding van beleid. Het betrokken ministerie peilt volgens die code of drie maanden genoeg is. Zoniet, dan moet het overleggen over een wel haalbare periode, waarin gemeenten en leveranciers organisatiewijzigingen en sofwareaanpassingen kunnen doorvoeren. Maar de afgelopen tweeënhalf jaar gaat nieuwe wetgeving geregeld geheel voorbij aan de code, aldus de brief. Die noemt als voorbeelden Burgerservicenummer, Omgevingsvergunning en de Logisch Ontwerpen voor de Gemeentelijke Basisadministratie persoonsgegevens. Zo moesten onlangs ‘op het allerlaatste moment door het Agentschap BPR noodvoorzieningen worden getroffen om de ingangsdatum van 1 april 2007 voor Logisch Ontwerp 3.5 zeker te kunnen stellen’.
De GV’s signaleren ‘met regelmaat […] ernstige tekortkomingen in de bestuurlijk-organisatorische regie op de ontwikkeling van de elektronische overheid’ en ‘een reële bedreiging van een zorgvuldige uitvoering van de overheidsdienstverlening’. Dat het meestal toch goed afloopt is te danken aan leveranciers en gemeenten, maar: “Inmiddels achten wij het niet langer verantwoord om de continuïteit van de realisatie van de elektronische overheid te laten afhangen van de bereidheid tot coulance bij deze leveranciers en de gemeenten.”
Staatssecretaris Bijleveld, die van de onlangs vertrokken Directeur-Generaal Koninkrijksrelaties en Bestuur, Leon van Halder, het voorzitterschap heeft overgenomen van de Regiegroep ICT en Overheid, is niet ongevoelig gebleken voor de noodkreet van de gemeenten. Volgende week spreken ze met elkaar.