ICT geeft overheid een nieuwe rol en nog een heleboel werk
Dat moet anders, meent de commissie ‘ICT en Overheid’ die in zijn rapport deze week geen economische, maar wel sociologische en politicologische redenen aanvoert voor IT-gedreven innovatie van het openbaar bestuur. Anders dreigt een ‘sluipende crisis’, aldus de commissie. De postmodernisme-trend in de samenleving behelst dat de burger steeds meer beslissingen neemt in het ordenen van de samenleving en de overheid als bewaker optreedt. De verzorgingsstaat verdwijnt niet, maar het belang ervan neemt af. Net als het bedrijfsleven wordt de overheid meer vraag- en minder aanbodgericht. Beslissingen vallen meer binnen maatschappelijke verbanden van burgers, organisaties en bedrijven, aldus de commissie. In het rapport ‘Burger en overheid in de informatiesamenleving - de noodzaak van institutionele innovatie’ komt de commissie, met A. Docters van Leeuwen als voorzitter, met zestien aanbevelingen, die moeten leiden tot nieuwe relaties tussen burger en overheid en een nieuwe overheidsorganisatie. Natuurlijk luidt een van die aanbevelingen ‘Zet alle overheidsinformatie op internet’; dat adviseerde vorige week ook de commissie Wallage (‘Toekomst Overheidscommunicatie’) al. Met inzicht in alle vergunningen hadden bijvoorbeeld oplettende burgers de vuurwerkramp in Enschede kunnen voorkomen. Maar dat is nog maar het begin. Maatschappelijke macht ligt immers steeds minder bij de overheid; ook particuliere organisaties en bedrijven zouden bepaalde informatie openbaar moeten maken. Legitimiteit Door ICT – vooral internet – ontstaat er nu al een netwerksamenleving waaraan de overheid zich niet kan onttrekken. De bestaande overheidsorganisatie is nu nog gebonden aan territoria en aan de fysieke wereld. In de virtuele wereld is de legitimiteit van diezelfde organisatie niet vanzelfsprekend meer. De sterke hiërarchie in bestuurslichamen – Rijk, provincie, gemeenten, bestuursorganen et cetera – verhult enigszins dat nationale wetgeving inmiddels 95 procent bepaalt van wat moet en mag in Nederland. Al hebben al die overheidsorganisaties als intermediair in de fysieke wereld nog een bestaansrecht, op internet is dat anders. Maak overheden autonomer om ze binnen horizontale netwerken te laten opereren en leg hun verantwoordelijkheden vast in een ‘proceswet Interbestuurlijke Samenwerking’, zo stelt de commissie. Die garandeert dan de burgers dat de autonoom werkende overheden controleerbaar blijven. De wet legt bijvoorbeeld ook vast in welke situatie een overheid verplicht kan worden deel te nemen aan een netwerk. De overheid dient vervolgens op een flexibeler en meer projectmatige manier te werken. Daartoe moet dan wel alle overheidsinformatie beschikbaar zijn voor alle andere overheden. Nu is dat vaak anders, zoals bij kadaster-gegevens. Aan de door de commissie geconstateerde verkokering moet een einde komen. Eén van de aanbevelingen is dan ook de aanstelling van een toezichthouder op het interbestuurlijke verkeer. Procesarchitect De commissie ziet de samenwerking vaak vastlopen op discussies over wie eigenaar is van informatie en, daarmee samenhangend, op de machtspositie van de ‘back offices’. Als alle informatie voor iedereen beschikbaar is – uiteraard met het internet als open basisinfrastructuur – is dat probleem meteen opgelost, meent zij optimistisch. Het is niet mis wat de commissie verlangt van de overheid. Deze moet ‘procesarchitect’ worden, zich flexibel opstellen, geïndividualiseerd transparant en vraaggericht zijn, een lerende organisatie worden en uiteraard anders en meer investeren in ICT. De commissie past wel op voor de valkuil ICT als wondermiddel te presenteren. ‘Het gaat erom dat de organisatie zodanig wordt vormgegeven dat er kan worden meegegaan met ICT-ontwikkelingen, maar ook met maatschappelijke veranderingen, die door ICT worden versterkt.’ Witte vlekken Om de verandering in de elektronische relatie tussen overheid en burger te begeleiden, moet er volgens een andere aanbeveling een regeringscommissaris komen die enig gezag heeft, boven de partijen staat en interactie stimuleert. Een door deze commissaris op te richten Platform voor de Elektronische Samenleving moet witte vlekken in het bestuur en de mogelijkheden van nieuwe ICT-ontwikkelingen opsporen. Een binnenkort te starten proefproject moet ten slotte laten zien hoe de relatie burger-overheid kan worden vormgegeven. Burgers moeten daarbij kunnen zien welke gegevens de overheid over ze heeft, voor welke doelen ze worden gebruikt en welke keuzes zij daarin zelf hebben. Er is goed nieuws voor de IT-sector. Ook private partijen zouden bijvoorbeeld loketfuncties kunnen aanbieden. De concurrentie tussen aanbieders zou voor de gewenste innovatie kunnen zorgen. De overeenkomst die de gemeente Den Haag (waarvan commissielid Wim Deetman burgemeester is) met Microsoft heeft gesloten, was wellicht al een voorbode van dit inzicht.