Volop venture capital, ondanks marktverstoring door overheid

Color Wings in Emmen heeft risicokapitaal ontvangen van de Investerings- en Ontwikkelingsmaatschappij voor Noord-Nederland (NOM). NOM nam een belang van 33 procent in het bedrijf. Color Wings produceert en ontwikkelt digitale textielprinters. Met de nieuwe printer Texjet kan direct vanaf de computer op textiel worden gedrukt. Color Wings zet het nieuwe kapitaal in voor het doorontwikkelen van de textielprinter. 9 miljoen Staatssecretaris Van Gennip van Economische Zaken heeft ¤ 9 miljoen beschikbaar gesteld voor gebiedsgericht innovatiebeleid in 2005. Het geld is bedoeld voor projecten die passen binnen het beleid van de nota Pieken in de Delta. EZ betaalt via deze regeling mee aan de ontwikkeling van zogeheten ‘hot spots’, oftewel kansrijke regio’s. bedrag onbekend Talpa Media heeft risicokapitaal ontvangen van Rabo Participaties. De investeringsdochter van de bank verwierf 20 procent van de mediaonderneming. Rabobank zegt veel vertrouwen te hebben in de strategie van Talpa en wil betrokken zijn bij de ontwikkelingen in de markten voor consumenteninformatie en - entertainment. Talpa Media zal de financiële impuls benutten bij de uitrol van de strategie van het bedrijf. bedrag onbekend De Limburgse Investeringsbank LIOF biedt een zogenoemde Innovatielening aan. Die moet Limburgse MKB- ondernemingen financieel ondersteunen bij risicovolle maar kansrijke innovatie-projecten. Ondernemers die aan een aantal voorwaarden voldoen kunnen 50 procent van de totale projectkosten bij LIOF lenen, met een maximum van 300.000 euro. 4,5 miljoen Het ministerie van Economische Zaken geeft deze maand 600 nieuwe zogenoemde ‘innovatievouchers’ uit. Reden is dat de innovatievoucher een ‘structureel beleidsinstrument’ is geworden. De innovatievoucher vertegenwoordigt een waarde van 7500 euro waarmee een klein of middelgroot bedrijf bij een kennisinstituut expertise kan inkopen. De investeringen in Color Wings en Talpa Media bevestigen dat geld amper meer een rol speelt in de Nederlandse venture capital wereld. De bedragen die gemoeid zijn met dergelijke deelnemingen lopen per transactie meestal in de miljoenen. Slechts de kwaliteit van de investeringsmogelijkheid lijkt van belang bij de vraag of er geparticipeerd wordt. Hoewel recent weinig investeringen in kleine ICT-pioniers bekend werden, wordt volgens onderzoek van het Economisch Instituut Midden- en Kleinbedrijf (EIM) nog volop in deze ondernemingen geïnvesteerd. Zo schijnt in 2004 maar liefst 1,3 procent van de volwassen Nederlanders persoonlijk geld te hebben gestoken in de oprichting van een nieuw bedrijf van iemand anders. Het EIM meldt overigens dat dit percentage ver onder het gemiddelde ligt voor de EU- en de OESO-landen. Volgens de Global Entrepeneurship Monitor, waar het EIM-onderzoek deel van uitmaakt, bedraagt het percentage 2,4 procent voor de EU-landen, terwijl het OESO-gemiddelde op 3 procent ligt. Het geïnvesteerde bedrag is per informele investeerder in Nederland relatief hoog. In 20 procent van de gevallen, ongeveer 30.000 keer, ging het om meer dan 100.000 euro. Het EIM concludeert dat er nog veel potentieel aan durfkapitaal aanwezig is, onder meer omdat relatief weinig investeerders bekend zijn met de fiscale aftrekmogelijkheden voor durfkapitaal. De overheid probeert echter langs diverse wegen meer risicokapitaal naar innoverende bedrijven te sluizen. Maar de vraag is of zij dit kan doen zonder de markt te verstoren. Zo voert het Ministerie van EZ dit jaar voor het eerst de Technopartner-regeling uit. EZ verdeelt enkele tientallen miljoenen onder een aantal private fondsen die willen investeren in kansrijke bedrijven. De tenders werden dit voorjaar ingeleverd, maar de beslissing welke fondsen van de regeling gaan profiteren, is uitgesteld tot november. Intussen ligt voor tientallen miljoenen privaat kapitaal op de plank. Hoe merkwaardig het stimuleringsbeleid voor innovatie wordt beoordeeld, blijkt onder meer uit de recente opwaardering van de innovatievoucher tot beleidsinstrument. De eerste twee ronden van innovatievouchers worden door SenterNovem, de verstrekkende organisatie, als een succes omschreven, omdat het midden- en kleinbedrijf grote belangstelling had voor de gratis vouchers. SenterNovem noemt ook de toegenomen belangstelling voor de WBSO, een andere subsidieregeling, als positief effect. Dergelijke criteria zijn op zijn zachtst gezegd merkwaardig. Het enige doel van de regelingen is versterking van de innovatiekracht van het MKB, maar die wordt niet gemeten. Ook het feit dat de kosten van uitvoering van deze stimuleringsmaatregelen niet bij de beoordeling worden meegewogen, geeft te denken.