NFI en Microsoft werken samen aan opsporingssoftware kinderporno
Wereldwijde standaard voor zedenrechercheurs
Op de harde schijven van pedofielen worden meestal extreem grote fotocollecties gevonden, van vaak meer dan een miljoen afbeeldingen. De recherche moet de beelden bekijken om te bewijzen dat het daadwerkelijk om kinderporno gaat. “Dat is emotioneel zwaar en het kost veel tijd”, zegt NFI-onderzoeker Erwin van Eijk in De Telegraaf. Het programma moet het werk van de zedenrechercheurs overnemen. De software moet op termijn ook bewijskracht krijgen in de Nederlandse rechtbanken en moet uiteindelijk de wereldwijde standaard worden voor zedenrechercheurs.
Slim zijn om datagroei bij te benen
Van Eijk wijst erop dat er tegenwoordig 2000 keer zoveel data wordt onderzocht als in 1998, terwijl het aantal digitale onderzoekers sindsdien slechts is vertienvoudigd. “We moeten dus slimme methoden bedenken om die datagroei bij te benen.” Het programma waaraan Microsoft en NFI werken geeft iedere afbeelding een code om sneller grote collecties te vergelijken. Ook herkent het programma plaatjes die zijn verkleind, bewerkt of in een ander bestandsformaat zijn opgeslagen. Afbeeldingen uit een serie worden ook herkend, zodat 'onschuldige' afbeeldingen kunnen worden herleid naar strafbare afbeeldingen.
Het NFI heeft de afgelopen jaren zelf ook software ontwikkeld, waarmee het uitlezen van (porno)grafisch materiaal kan worden geautomatiseerd. Samen met het politiekorps Rotterdam-Rijnmond leverde de afdeling Digitale Technologie en Biometrie in augustus 2010 Sieve op, wat Engels is voor ‘zeef’. De software kan beeldmateriaal geautomatiseerd filteren, waardoor de doorlooptijd van het filterproces korter wordt. Bovendien kan het systeem 24 uur per dag draaien.
Reacties
Om een reactie achter te laten is een account vereist.
Inloggen Word abonnee