TU’s bundelen ICT-onderzoek
De spil van het onderzoek aan dit instituut is de notie dat de samenleving in toenemende mate afhankelijk is van correct werkende ICT-systemen.
“Alleen in de lucht- en ruimtevaart is daar van oudsher aandacht en voldoende geld voor. Maar die afhankelijkheid speelt een steeds belangrijkere rol in het dagelijks leven. Een pc herstarten willen mensen nog wel maar de tv of de auto herstarten vanwege een softwareconflict, pikt niemand”, zegt CeDICT-programmamanager Boudewijn Haverkort. Het doel van de drie TU’s is daarom te zoeken naar een aanpak, met bijbehorende methoden en technieken, om vanaf het begin van het ontwerptraject de systemen op betrouwbaarheid voor te bereiden. Achteraf aanpassingen doen om de betrouwbaarheid te verhogen is duur. Met de subsidie kunnen de drie TU’s hun eigen inbreng van in totaal 12 leerstoelen in dit instituut aanvullen met zes nieuwe hoogleraren.
Donderdag vond ook de officiële oprichting plaats van het Netherlands Institute for Research on ICT (NIRICT). In deze federatie brengen de TU’s al hun ICT-gerelateerde onderzoek samen. “Beide ontwikkelingen liepen parallel, CeDICT is dan ook een onderdeel van NIRICT”, zegt Peter Apers, wetenschappelijk directeur van beide organisaties. “We brengen de ICT-onderzoeksagenda’s van de drie TU’s onder in een matrix van strategische en toepassingsgerichte onderwerpen.” In totaal brengen de TU’s zeventig leerstoelen en 1200 mensen in bij de organisatie. In de NIRICT gaat jaarlijks circa 80 miljoen euro om.
“In mijn visie blijft op termijn slechts een beperkt aantal R&D-centra in Europa over. Met NIRICT positioneren we Nederland weer beter, nadat de afgelopen jaren een aantal belangrijke ICT-labs zijn weggetrokken.” Apers verwacht overigens dat de daadwerkelijke ineenschuiving van de onderzoeksprogramma’s enkele jaren duurt.
Emile Aarts, wetenschappelijk directeur van Philips Research, juicht de onderzoeksbundeling in NIRICT toe. Hij denkt niet dat daardoor een mogelijke verschraling in onderwerpkeuze optreedt. “Het is de kunst de dynamiek van een grote diversiteit aan kleinschalige groepen te bundelen onder grote projecten, zodat met één gezicht naar buiten kan worden getreden. Die herkenbaarheid vergroot de kans dat de overheid het instituut laat meepraten in de voorbereiding van beleid. Ook is het belangrijk je naar grote Europese projecten te profileren als groot instituut en kom je makkelijker voor onderzoeksgelden in aanmerking.” Aarts daagt NIRICT uit de interactie met de industrie verder te verbeteren door een vestiging op de High Tech Campus in Eindhoven te realiseren.
Ongeveer tweederde van het Nederlands ICT-onderzoek komt door deze federatie bijeen, memoreert Paul SSRqt Hoen, waarnemend directeur van het nationaal orgaan ICTRegie. Hij verwacht dat de federatie zich sterk maakt voor deelname in innovatieplatforms waar onderzoeksgroepen en deelnemers uit de industrie samenwerken aan innovatie en kennisuitwisseling.