VS begint aan exascale-super als China bijna klaar is

In Amerika zijn nu plannen gemaakt voor de bouw van twee van dit soort krachtpatsers, ieder met een eigen architectuur. Dat is een hele uitdaging. Het verder opschalen van de verwerkingskracht van één machine is technisch lastig nu de vooruitgang in verwerkingsvermogen van processors begint te stokken. Intern datatransport, gegevensopslag en netwerkaansluiting zijn bij dergelijke volumes ook een hoofdpijndossier. En last-but-not-least: het energieverbruik moet aangepakt worden. Als dat lineair zou toenemen, zou voor een exascale-computer waarschijnlijk een eigen energiecentrale bijgebouwd moeten worden.

Voor het oplossen van die uitdagingen is veel geld voor nodig. Beide systemen zullen tussen de 200 en 30 miljoen dollar kosten. Een bijdrage van de overheid is daarbij cruciaal. De regering-Obama lijkt bereid de financiën ter beschikking te stellen. Maar Amerikaanse wetenschappers vrezen dat Trump er een streep door zet. Met name zijn uitlating dat klimaatverandering een door de Chinezen verzonnen probleem is, voedt de zorg. Opstellen en doorrekenen van klimaatmodellen is één van de belangrijkere toepassingsgebieden van supercomputers.

China is op 10 procent

In China heeft men daar geen last van. Dat investeert volop in zwaardere supercomputers. Met de Sunway TaihuLight voert China momenteel de ranglijst van supercomputers aan: het systeem heeft een trekenkracht van 93 petaflops met een piekprestatie boven de 100. China wil in 2020 een exascale-supercomputer in gebruik nemen.

Dat was aanvankelijk ook het plan in de VS, maar daar heeft men vertraging opgelopen. Volgens de huidige planning begint het werk in 2019, en zal dat in 2023 afgerond worden. In het beste geval is de eerste Amerikaanse exascale-computer in 2022 een feit.