Verouderde ICT kost zorgpersoneel wekelijks uren aan productiviteit

Er is nog steeds een achterstand in technologieprojecten als gevolg van de coronapandemie van
2020-2022, zo valt te lezen in het onderzoeksrapport dat vandaag wordt gepubliceerd. Een minderheid (13%) van de bevraagde zorginstellingen geeft aan dat ze verouderde systemen blijven gebruiken. Oude apparaten blijven, nieuwe apparaten worden maar langzaam geïntegreerd.

Tot wel 5 uur per week

In Nederland geeft 63% van de bevraagde zorgverleners aan dat hun organisatie verouderde technologie gebruikt. Op wereldwijd niveau ligt dit ook op 63%. De zorg in Duitsland is 'koploper' met legacytech: daar ligt het percentage op 81%. Daarna volgen Canada (77%) en Frankrijk (73%). In 2022 gaf 'slechts' 46% van de zorgverleners in Nederland aan dat hun organisatie verouderde technologie gebruikt.

Deze achteruitgang is niet alleen van belang voor leveranciers, maar ook voor werknemers en hun managers. De productiviteit en efficiëntie wordt namelijk nadeling beïnvloed, en dat in toenemende mate. De respondenten van dit jaar melden een gemiddeld verlies van 3,9 uren per week per medewerker, vanwege technische of systeemproblemen, aldus het onderzoeksrapport. Dit is een stijging ten opzichte van 3,4 verloren uren in 2023. Net meer dan een kwart (26%) verliest meer dan vijf uur per week, vergeleken met 19% in 2023.

Nederland veel tijd kwijt

Over de impact worden enkele concrete gevolgen genoemd. Deze bestaan uit te veel tijd kwijt zijn aan het oplossen van problemen, kwetsbaar zijn voor hackaanvallen, en traag toegang krijgen tot patiëntgegevens. Nederland scoort met 49% het slechtst wat het eerste betreft (ten opzichte van 37% wereldwijd).