Vijf redenen om je applicatiebeheer te moderniseren

1. Gebruikerservaring boven alles

Medewerkers verwachten altijd snelle toegang tot hun applicaties, ongeacht locatie of apparaat. Vertragingen, incompatibiliteit of langdurige synchronisatieprocessen zijn daarbij niet wenselijk. Traditionele tools missen vaak de flexibiliteit om applicaties direct beschikbaar te stellen en een consistente ervaring te bieden, zeker bij specialistische applicaties of maatwerk configuraties. Moderne applicatiebeheer oplossingen stellen IT-afdelingen echter in staat om gebruikers realtime van applicaties te voorzien, hierbij gedetailleerde gepersonaliseerde configuraties aan te bieden, en te updaten zonder dat de gebruiker hier last van ondervindt.

2. Maar niet zonder de juiste beveiliging!

Hoewel de gebruikerservaring belangrijk is, mag dit niet ten koste gaan van de veiligheid. Juist de eenvoud en snelheid waarmee applicaties tegenwoordig worden uitgerold, brengen ook nieuwe risico’s met zich mee. Cybercriminelen maken steeds vaker gebruik van niet-gepatchte kwetsbaarheden in applicaties (CVE's) om toegang te krijgen tot bedrijfsnetwerken. Het tijdig patchen van applicaties, het beheren van kwetsbaarheden en het voldoen aan compliance-eisen zijn dus cruciaal om cyberaanvallen en datalekken te voorkomen. Traditionele beheermethodes zoals SCCM missen vaak de snelheid en intelligentie om dreigingen proactief af te wenden. Moderne beheeroplossingen bevatten echter geavanceerde beveiligingsfuncties, zoals automatische patching, kwetsbaarheidsanalyse en compliance-checks. Hiermee wordt niet alleen de beveiliging versterkt, maar ook het vertrouwen van eindgebruikers en klanten in de IT van de organisatie.

3. Hybride werkplekken vragen om flexibiliteit

Met de opkomst van hybride werken moeten applicaties beschikbaar gemaakt worden op uiteenlopende platformen (cloud, virtueel en/of fysiek). Traditionele installatie- of applicatievirtualisatie oplossingen zoals App-V hebben echter hun beperkingen. Deze methoden werken vaak met strikte isolatie van applicaties, wat conflicten voorkomt maar ook nadelen met zich meebrengt. Zo kunnen gevirtualiseerde applicaties moeite hebben om onderling samen te werken of toegang te krijgen tot gedeelde systeemresources, wat leidt tot beperkingen in functionaliteit en flexibiliteit. De overstap naar MSIX biedt een stap voorwaarts, maar brengt nog steeds compatibiliteitsproblemen met zich mee.

Moderne beheeroplossingen maken gebruik van geavanceerdere technieken zoals containerisatie en – vooral – application layering. Met application layering kunnen applicaties onafhankelijk van het onderliggende platform of OS worden beheerd, en dynamisch worden samengesteld. Dit biedt een aanzienlijke flexibiliteit, omdat meerdere applicaties wel tegelijkertijd kunnen worden ingeladen, zonder de beperkingen van traditionele isolatie.

Hierdoor ontstaat multi-platform toegang tot de applicatie met vooraf geconfigureerde instellingen. Vanuit een beheerperspectief betekent dit een enorme efficiëntieslag: IT-teams hoeven niet langer voor elk platform een aparte oplossing in te zetten, terwijl gebruikers profiteren van een consistente en naadloze ervaring.

4. Kosten besparen door efficiënter beheer

Bij traditionele beheeroplossingen kost het veel tijd en resources om applicaties handmatig te repackagen voor verschillende platformen en configuraties. Dit komt mede doordat IT-organisaties zijn ingehaald door de tijd: waar eerder één uniforme oplossing volstond, zien we nu een mix van desktop delivery-methodieken zoals fysieke apparaten, VDI en cloudwerkplekken. Deze versnippering heeft geleid tot meer complexiteit en een hogere beheerlast.

Met modern applicatiebeheer, waarbij applicaties los van het platform en OS worden beheerd, ontstaat meer efficiëntie. Applicaties hoeven slechts eenmalig gepackaged te worden en kunnen op alle platformen uitgerold worden. Meerdere versies kunnen naast elkaar bestaan, waardoor conflicten en supportkosten afnemen. Ook is één oplossing voldoende om alle platformen te bedienen, wat de kosten voor tooling en personeel verlaagt. Zo wordt beheer eenvoudiger, sneller en goedkoper.

5. Schaalbaarheid en toekomstbestendigheid

IT-infrastructuren zijn continu onderhevig aan verandering. Denk aan strengere beveiligingseisen, nieuwe regelgeving, strategische keuzes zoals het omarmen van cloudplatformen, of de groeiende tendens van een "Microsoft tenzij"-beleid. Traditionele beheermethoden kunnen hier vaak niet flexibel genoeg op inspelen. Ze zijn arbeidsintensief en weinig schaalbaar, waardoor ze organisaties inperken in hun groei en innovatievermogen.

Daarbij komt dat veel organisaties enige ‘angst’ voor verandering hebben. De vrees dat applicaties niet goed werken na een migratie, of dat bestaande processen verstoord worden, leidt vaak tot een risicomijdende houding. Dit kan ertoe leiden dat verouderde methoden worden gehandhaafd, ondanks hun beperkingen en hogere kosten op de lange termijn.

Met modern applicatiebeheer kunnen deze zorgen grotendeels worden weggenomen. Door beheer te centraliseren in één portal, kunnen applicaties over alle platformen consistent worden beheerd. Mochten strategische veranderingen in de werkplekomgeving plaatsvinden, zoals een overstap naar een ander cloudplatform, blijven bestaande applicatie-packages bruikbaar, ongeacht het onderliggende platform. Dit vermindert de risico’s van migraties aanzienlijk en maakt het makkelijker om met veranderende omstandigheden mee te bewegen. Het resultaat: een toekomstbestendige en schaalbare IT-omgeving.

Wat is dan modern applicatiebeheer?

Modern applicatiebeheer draait om het combineren van efficiëntie, flexibiliteit en schaalbaarheid, met als doel een optimale gebruikerservaring en lagere beheerkosten. Een belangrijke technologie binnen dit concept is Application Layering, waarmee applicaties losgekoppeld worden van het onderliggende platform en dynamisch beschikbaar worden gesteld op basis van de gebruikerscontext. Dit maakt het mogelijk om applicaties realtime aan te bieden, zonder dat aanpassingen aan het basisimage of de infrastructuur nodig zijn, wat de beheerlast aanzienlijk vermindert.

Daarnaast wordt het applicatie lifecycle management steeds meer geautomatiseerd, bijvoorbeeld via geautomatiseerd packagen en het gebruik van containerisatie of layering. Hierdoor kunnen organisaties applicaties centraal beheren en consistent uitrollen over verschillende platformen, zonder afhankelijk te zijn van traditionele virtualisatietechnologieën. Met deze platformonafhankelijke aanpak gaat modern applicatiebeheer verder dan alleen operationele efficiëntie. Het maakt het beheer toekomstbestendig en klaar voor de dynamiek van moderne IT-omgevingen.