Minister: geen van de corona-apps wordt in huidige vorm ingezet
Het kabinet maakte twee weken geleden bekend een corona-app te willen lanceren die volgt of je contact hebt gehad met een besmet persoon. Bij een aanbesteding kwamen honderden voorstellen binnen, waarvan er zeven werden behandeld bij een 'appathon' afgelopen weekend. Tijdens die dagen konden de apps op veel kritiek rekenen, onder meer van KPMG, de Landsadvocaat, het College van de Rechten van de Mens en de Autoriteit Persoonsgegevens (AP).
Die conclusies zijn nu een reden om te besluiten "geen opdracht te geven voor de inzet van een of meer specifieke oplossingen zoals die tot nu toe zijn ingediend", aldus minister De Jonge. "Ik ben echter wel onder de indruk van de kracht van alle app-bouwers die ik aan het werk heb gezien en van hun lef om op zo korte termijn deel te nemen aan een publieke beproeving van hun voorstellen."
Hoe nu verder?
De Jonge constateert dat er een "goede basis in kennis en vergevorderde oplossingen is om verder op te bouwen. Daarom is het mijn inzet om snel te kunnen beschikken over een team met de juiste bouwers en ook met experts op het gebied van onder andere informatieveiligheid, privacy, grondrechten, nationale veiligheid en inclusie. Mensen die in staat zijn om samen de digitale ondersteuning te realiseren die nodig is volgens epidemiologen en die voldoet aan alle randvoorwaarden."
Hoe dat team precies tot stand moet komen, wordt nog door de minister onderzocht. Wel is al duidelijk dat er een taskforce van de GGD komt die epidemiologische eisen gaat formuleren aan de digitale ondersteuning van de verschillende fasen. Die taskforce bestaat in ieder geval uit het RIVM, de GGD, virologen en epidemiologen. De nadere eisen aan de digitale ondersteuning moeten later deze week opgeleverd worden.
Het RIVM gaat nog een tweede taskforce opstellen in opdracht van de minister. Die taskforce gaat zich richten op de gedragswetenschappelijke begeleiding, om een goed beeld te krijgen bij "ongewenste neveneffecten en die waar mogelijk van maatregelen voorzien". De taskforce bestaat onder meer uit wetenschappers. "Naar aanleiding van de adviezen van de AP en het College voor de Rechten van de Mens overweeg ik, onder meer om ongewenste neveneffecten tegen te gaan, ook de wettelijke verankering van een verbod op verplichting door derden van het gebruik van apps die bedoeld zijn ter ondersteuning van de volgende fase."
Privacy en veiligheid
De minister benadrukt verder dat de AP, het College voor de Rechten van de Mens, het NCSC en de NCTV nauw betrokken blijven bij de ontwikkeling van de app, om zo zorg te dragen voor informatieveiligheid, privacy, grondrechten en nationale veiligheid. "Niet alleen nu bij het formuleren van de eisen en de beoordeling van de stappen die ik zet en de voorstellen die ik doe, maar ook bij de stappen daarna. Zo worden de apps voordat deze beschikbaar komen voor het publiek ook getoetst op de gevolgen voor de nationale veiligheid en de grondrechten van burgers."
De minister verwacht dat er over vier weken een vervolgbesluit genomen kan worden over hoe apps ingezet kunnen worden en op welke wijze ze eventueel geïntroduceerd kunnen worden.
Reacties
Om een reactie achter te laten is een account vereist.
Inloggen Word abonnee