'Googles cloud het snelst, Microsoft het traagst en Amazon het duurst'

Googles Comute Engine het snelst

Het algemene beeld dat daaruit opdoemt, is dat Google het snelste was. In 13 van de 14 tests kwam Googles Compute Engine op snelheid het beste uit de bus. Bij één test was een Amazon-configuratie het snelst. Om het verschil te illustreren telde Wayner de resultaten van de verschillende formaten bij elkaar op. De kleine, middelgrote en grote Google-configuratie deden gezamenlijk 575 secondes over de tests, Amazons cloudconfiguraties deden er opgeteld 719 seconde over en die van Microsoft 834 seconde.

Amazons EC2 het duurst

Opmerkelijk gegeven is dat Amazons EC2 in deze test de duurste optie bleek. Wayner gebruikte daarvoor de DaCapo-test. Dat bleek bij Amazon op de drie configuraties 5 dollarcent te kosten. Googel en Microsoft zaten dicht bij elkaar, met 3,78 en 3,8 dollarcent. Maar ook hier verschuilen zich uitschieters achter het gemiddelde. Googles Compute Engine was in 8 tests de goedkoopste, Microsofts Azure in vijf en Amazons EC2 in één.

Kiezen blijkt lastig

Wayner constateerde meer van dit soort rare uitkomsten die het kiezen voor een bepaald type virtuele machine lastig kunnen maken. Zo kunnen grotere virtuele servers langer doen over het uitvoeren van bepaalde taken dan een kleinere configuratie. 'Je betaalt dan meer en krijgt minder', aldus Wayner. Dat blijkt dan ook weer afhankelijk van het type test, oftewel de soort werkzaamheden die de virtuele server moet uitvoeren.

Meer processors inzetten brengt zijn geld zelden op, constateert Wayner. Een Microsoft Azure-systeem met 8 virtuele processors is bijvoorbeeld zelden 8 maal zo snel als een configuratie met 1 proessor, terwijl je er wel 8 maal zoveel voor betaald. Potentiële klanten die de aanbiedigen van de IaaS-grootmachten evalueren, moeten er ook rekening mee houden dat de winst van het inzetten van een extra cpu - afhankelijk van de gebruikte benchmark - bij de ene aanbieder groter kan zijn dan bij de andere.

Dat laat geen andere conclusie over dan dat men voor de keus te bepalen een aantal eigen tests die representatief zijn voor het te verrichten werk met verschillende configuratie van de verschillende aanbieders moet uitvoeren, adviseert Wayner.

Eigen server soms voordeliger

Voor kleine projecten heeft hij nog een bijzonder alternatief. Als de beheerskosten geen rol spelen, is de aankoop van een eigen server het overwegen waard. Een systeem met een achtkernige processor en 16 gigabyte RAM kost ongeveer evenveel als een maand lang computeren in Googles Compute Engine.

InfoWorld heeft de volledige tekst van de benchmark van Amazons EC2, Googles Compute Engine en Microsofts Azure gepubliceerd.