VMware omarmt ARM-Macs, maar Windows blijft lastig
Op Intel-Macs is er sprake van volledige ondersteuning voor Windows 11, waarbij gebruikers dankzij de bijbehorende VMware Tools de scheidslijn kunnen vervagen tussen onderliggend besturingssysteem (host) en daar bovenop draaiend gevirtualiseerd besturingssysteem (guest). Zo kunnen die verschillende platformen mappen en USB-schijven delen, zijn USB-apparaten zoals webcams 'door te geven' aan guest-OS'en, plus zijn gebruikershandelingen als drag & drop en copy & paste mogelijk, legt VMware uit.
Eerste ronde nu
Op ARM-Macs heeft de virtualisatieleverancier nu zijn eerste ronde van mogelijkheden voor Windows 11 uitgebracht. De bij Fusion te gebruiken VMware Tools bieden nu functionaliteit voor virtuele grafische kaarten en virtuele netwerkadapters. Meer features komen nog, hoewel nu onbekend is op welke termijn en of dat dan voor Fusion 13 of voor een volgende versie is. VMware-concurrent Parallels heeft al enige tijd terug Windows 11 omarmd op Macs met ARM-chips.
Om Windows 11 te laten draaien in een virtuele machine (VM) heeft VMware een Virtual Trusted Platform Module 2.0 ontwikkeld. Die virtuele uitvoering van pc-securitychip zorgt ervoor dat de virtuele hardware van VM's voldoet aan de systeemeisen die Microsoft stelt voor Windows 11. VMware stelt dat het hiermee niet alleen de System Requirements ondersteunt maar daarbij ook een goed prestatieniveau voor de VM's haalt als de virtuele TPM wordt gebruikt voor versleuteling van de virtuele pc. Het bedrijf heeft dit gerealiseerd door niet de hele Windows 11-VM te encrypten maar alleen het broodnodige deel voor deze TPM-functionaliteit.
Emulatie in virtualisatie
Een blijvende beperking voor virtueel Windows op Macs met Apple Silicon is dat het níet de reguliere uitvoering van Microsofts veelgebruikte besturingssysteem is. Het virtueel draaiende Windows kán ook niet de reguliere x64-uitvoering zijn, simpelweg om dat de onderliggende Apple-chip niet gebaseerd is op de x64-architectuur maar op de ARM-instructieset. Apple biedt voor macOS-apps weliswaar zijn technologie Rosetta 2 waarmee codevertaling onzichtbaar wordt uitgevoerd, maar dit werkt niet op het niveau van (virtueel) besturingssysteem. Daarvoor moet dus de ARM-variant van Windows 11 worden gebruikt.
VMware verwijst gebruikers dan ook door als zij traditionele Win32- of x64-applicaties willen draaien. Zij moeten dan vertrouwen op de emulatiemogelijkheden die Microsoft heeft ingebouwd in Windows 11. In de praktijk heeft die emulatie wel een prestatie-impact. VMware meldt dat het tests heeft uitgevoerd om processen op gebruikersniveau te bekijken en daaruit merkt het positief op dat de emulatie binnen de virtualisatie 'gewoon werkt'. Voor ontwikkelaars die op dieper niveau willen of moeten werken, kunnen er echter enige beperkingen zijn zoals bijvoorbeeld problemen met drivers voor Windows of randapparatuur.
Reacties
Om een reactie achter te laten is een account vereist.
Inloggen Word abonnee