Nederland nummer 8 op breedbandlijst

Zuid-Korea voert de ranglijst aan met een gemiddelde downloadsnelheid van 34,14 megabit. Aan de andere kant van het spectrum staat hekkensluiter Soedan met een stroperig trage 340 kilobit per seconde. De Verenigde Staten scoren behoorlijk laag (positie 26) met een gemiddelde snelheid van 10,16 Mbps.

In de top-10 staan opvallend veel voormalige Oostbloklanden. Letland en Moldavië bijvoorbeeld staan op de plaatsen 2 en 3, en iets lager in de erelijst treffen we Roemenië, Bulgarije en Litouwen aan. De onderzoekers klokten Nederland op 17,06 Mbps, goed voor plaats 8. De top-10 bestaat verder uit Japan (4), Zweden (5) en Portugal (10).

Ookla keek ook naar de internetsnelheden in een aantal grote steden. Voorwaarde om in deze lijst te komen is de aanwezigheid van minimaal 75.000 unieke IP-adressen. Niet verrassend staat de Koreaanse hoofdstad Seoul bovenaan met een gemiddelde bandbreedte van 34,66 Mbps. Amsterdam komt hier pas op de 25^e plaats met een snelheid van 13,86 Mbps. Nederlanders die supersnel willen downloaden kunnen beter verhuizen naar de Letse stad Riga (27,90 Mbps), Hamburg in Noord-Duitsland (26,92 Mbps) of Chisinau in Moldavië (24,43 Mbps).

Naast cijfers over de snelheid 'downstream' heeft Ookla ook de uploadsnelheden beschikbaar. Nederland staat in die rangorde op de 23e plaats met een uploadsnelheid van 3,20 Mbps. Ook hier is Zuid-Korea de kampioen, met een score van 18,04 Mbps.

Ookla vergaart deze cijfers al veel langer door middel van zijn gratis dienst Speedtest.net, waarmee internetgebruikers de echte upload- en downloadsnelheden van hun aansluiting kunnen vaststellen. Tot dusver kregen bedrijven en onderzoekers de ruwe cijfers alleen op individuele afspraak. De geaggregeerde gegevens zijn nu voor het eerst openbaar gemaakt.

Ookla zegt met de cijfers te willen bereiken dat internet service providers (ISP)’s, consumenten en toezichthouders gefundeerder beslissingen kunnen nemen. Een bezwaar van de gekozen opzet is dat de metingen niet representatief zijn voor alle aansluitingen in een land. Dat maakt ze minder geschikt als basis voor beleidsvorming. De cijfers hebben alleen betrekking op metingen van consumenten die zelf hebben gekozen voor het gebruik van de Speedtest-tool. Dat zijn over het algemeen de meer geïnformeerde en geïnteresseerde gebruikers.