Datacentra worstelen met negatief imago
Dat Flevoland nu gemeden wordt, staat in de nieuwe editie van de jaarlijkse studie van de Dutch Data Center Association, de belangenvereniging van de sector. Volgens dit rapport zijn negatieve maatschappelijke sentimenten rond datacenters de grootste kopzorg van bedrijven actief in de sector. Pas daarna volgen zorgen in de datacenterwereld over krapte op het stroomnet en een tekort aan technici.
In westen en noorden
Toch zal de sector de komende jaren flink doorgroeien. De grootste mogelijkheden hiervoor ziet de belangenvereniging in het westen en noorden: in Zeeland, Zuid-Holland, Utrecht en Noord-Holland, en in de drie noordelijke provincies. In het oosten is Eindhoven een groeilocatie.
Datacenters nemen nu 792.000 m2 ruimte in in Nederland, zonder de grote datacenters van Microsoft en Google mee te tellen. De komende jaren neemt dit areaal naar verwachting toe met 143.000 m2.
Groeibeperkingen
Bijna driekwart van de Nederlandse datacenters staat in de regio Amsterdam. Een aantal jaren hielden de gemeenten Amsterdam en Haarlemmermeer de komst van nieuwe vestigingen tegen, waardoor de blik van de sector verschoof naar andere gewilde Europese locaties, zoals Warschau in Polen, Madrid in Spanje en Milaan in Italië. Met oog op de netcongestie hanteren de gemeenten ook de komende jaren nog groeibeperkingen. Alsnog zwelt de groei rond Amsterdam weer aan.
Na het debacle in Zeewolde besloot minister De Jonge van Ruimtelijke Ordening dat er alleen nog ruimte is voor zogenaamde hyperscale datacenters (minstens tien hectare) in de gemeente Hollandse Kroon in de Kop van Noord-Holland en de gemeente Het Hogeland in Groningen. In de eerste gemeente zitten Microsoft en Google, in de tweede alleen Google. Beide bedrijven willen daar verder uitdijen.
Extra stroomvraag door AI
Lastig voor gemeenten, netbeheerders en de datacenterwereld zelf is de komst van kunstmatige intelligentie. De verwachting van de sector is dat AI de vraag naar computerkracht flink doet toenemen, en dus ook de stroomvraag.
Dat roept de vraag op hoe datacenters hun installaties blijven koelen. Stijn Grove, directeur van de Dutch Data Center Association, ergert zich eraan dat volgens hem media en politiek de indruk wekken dat datacenters de grootste waterslurpers van Nederland zijn. Volgens hem verbruiken andere industrieën meer water.
Minder water, dan meer stroom
Toch klopt het dat datacenters op zoek zijn naar alternatieven voor drinkwater, zoals industriewater. Voor de datacenters in de Eemshaven wordt al gezuiverd rioolwater gebruikt. Maar voor de industrie en datacenters in Groningen wordt ook geput uit de drinkwaterwinning op het Drents Plateau. Het probleem is dat datacenters met name zomers waterkoeling nodig hebben, juist wanneer de vraag naar drinkwater op zijn grootst is. Daarom wil ook Vewin, de koepel van drinkwaterbedrijven, dat er geen drinkwater meer naar datacenters gaat.
Ook de Unie van Waterschappen (UvW) wil, uit zorg om de watervoorziening, nauw betrokken zijn bij de bouw van datacenters. Bouwen bij de kust, in verband met de aanwezigheid van zeewater, ziet zij als mogelijke oplossing.
Helemaal geen water gebruiken, is desondanks geen goede optie, stelt de Dutch Data Center Association. In dat geval zou de koeling meer stroom vergen. Datacenters gebruiken ook vaak zogenaamde Computer Room Air Handlers (CRAH), een elektrisch gedreven koelingssysteem met ventilatoren.
Dit artikel verscheen eerder op de website van Binnenlands Bestuur.
Reacties
Om een reactie achter te laten is een account vereist.
Inloggen Word abonnee