Ethernet viert 40ste verjaardag

Ethernet wordt voor het eerst genoemd in een memo van Metcalfe aan enkele collega’s bij het Xerox Palo Alto Research Centre (PARC). Hij beschreef een techniek om een paar apparaten aan elkaar te verbinden. Concreet ging het om de koppeling tussen een paar computers en één printer.

Vermijd botsingen

Om de communicatie tussen verschillende apparaten op hetzelfde netwerk gladjes te laten verlopen, moeten de signalen elkaar niet in de weg zitten. Metcalfe bedacht daarom een techniek die ‘collision detection’ heet. Gegevens worden in kleine pakketjes over het netwerkmedium gestuurd en wanneer twee apparaten dat op hetzelfde moment zouden doen, treedt er een botsing (collision) op. De speciale techniek voorkomt dat.

Groot groeien

In de begintijd was Ethernet een zeer bescheiden techniek, pas later ging het een zeer belangrijke rol spelen. PARC trad er voor het eerst in 1976 mee naar buiten en in 1981 werd patent verleend op de techniek.

Plaatje uit de patentaanvraag

In 1985 verhief de IEEE Ethernet tot een standaard. Het mooie van Ethernet was, dat alle nodes op de kabel het verkeer onderling regelden. Er was geen centrale politieagent en dus ook geen centraal punt dat kapot kon gaan zodat het hele netwerk niet meer zou werken.

Verbeterde techniek

Helemaal aan het begin werd Ethernet uitgevoerd met een dikke coax-kabel die met BNC-connectors werd aangesloten. De eerste verbetering was het gebruik van dunne coax, die met veel bescheidener plugjes kon worden aangesloten. Uiteindelijk werd de coax-kabel vervangen door gewone in elkaar gedraaide aders (twisted pair) die met een telefoonstekkertje (de befaamde RJ-45) werden aangesloten.