EU-Raad positief over Nederlandse aanpak cybercrime

De Raad evalueerde in een rapport hoe Nederland het Europese beleid met betrekking tot de preventie en bestrijding van cybercriminaliteit uitvoert. Positieve punten die worden genoemd zijn de Nationale Cybersecuritystrategie (NCSS2), publieke en private partnerschappen en de Electronic Crimes Task Force (ECTF), die zich met de bestrijding van digitale bankfraude bezighoudt. Ook de vele bewustmakingscampagnes voor publiek, overheid en bedrijfsleven vallen bij de EU-Raad in goede aarde.

“De strategie in Nederland is duidelijk het land onaantrekkelijk te maken voor cybercriminelen. …de inspanningen en de middelen die het land steekt in het tegengaan van cybercriminaliteit, en de effectiviteit daarvan, worden door de evalueerders als ronduit positief beoordeeld”, staat in het rapport.

Ook kritische kanttekeningen

Ondanks de lovende woorden plaatst de Raad ook kritische kanttekeningen. Zo zijn bedrijven in de vitale infrastructuur, waaronder internetproviders, niet verplicht om grote aanvallen te melden. Hierdoor wordt de bevoegdheid om criminelen te bestrijden en voor de rechter te brengen in handen van de particuliere sector gelegd. Een ander punt van kritiek is het ontbreken van operationele middelen bij regionale politiekorpsen om cybercrime te bestrijden. De Raad wil dan ook dat de regionale politie meer capaciteit krijgt om cybercrime te bestrijden.

Het evaluatierapport pleit ook voor het verder opleiden van de rechterlijke macht. "Een verplicht opleidingsprogramma in verband met cybercriminaliteit, althans voor degenen die zich met cybercrimezaken bezighouden, kan de kloof inzake communicatie en wederzijds begrip tussen rechercheurs, aanklagers en rechters van cybercriminaliteit dichten."

In totaal doet de Raad 7 aanbevelingen. Over anderhalf jaar moet Nederland laten weten in hoeverre het de aanbevelingen ook heeft opgevolgd.