Intel overweegt chipfabriek in Nederland te bouwen

Intel onthulde in maart dit jaar dat het plannen heeft voor een nieuwe, grote chipfabriek in Europa. Nu laat topman Greg Slater tegenover de Financial Times weten dat die fabriek verspreid moet worden over meerdere locaties. Niet alleen worden de productie en het inpakken over twee panden verspreid, maar Intel wil ook zijn research en development spreiden over meerdere Europese landen. "We zijn goed in staat om dit een project voor een heel ecosysteem te maken, in plaats van slechts een paar geïsoleerde paden in één lidstaat", aldus Slater.

Voor die nieuwe fabriek zoekt Intel een locatie van ongeveer 1.000 hectare, waar tot wel acht productiefaciliteiten moeten komen. Intel wil dat de locatie voor de faciliteiten een ontwikkelde infrastructuur heeft, evenals toegang tot talent. Het bedrijf heeft onder meer gekeken naar locaties in Duitsland, Nederland, Frankrijk en België. Aan het einde van het jaar moet een definitieve keuze gemaakt worden.

Volgens Slater heeft het project straks voordelen voor heel Europa. Zo verwacht hij dat er "dramatisch" meer geld uitgegeven wordt bij Europese leveranciers. De nieuwe fabriek is echter niet goedkoop: om de twee geplande faciliteiten tien jaar te laten draaien, is 20 miljard dollar nodig. Voor de gehele levensduur van de fabriek is een totale investering van zeker 100 miljard dollar nodig. Het bedrijf hoopt dan ook dat Europese lidstaten financiële steun bieden voor de bouw van de fabriek. 

Europa minder afhankelijk

Europa kampt net als de rest van de wereld al enige tijd met flinke chiptekorten, als gevolg van de coronacrisis. Aan het begin van de pandemie stortte de verkoop van auto's in, waardoor autofabrikanten veel minder chips bestelden. Tegelijkertijd nam de vraag naar chips voor bijvoorbeeld laptops en servers in datacenters flink toe, als gevolg van het vele thuiswerken. Maar dat zijn andere chips en dus andere productielijnen en omschakelen is niet zomaar of snel te doen. Bovendien kampten diverse fabrieken met uitbraken van Covid-19, waardoor de productie van chips vertraging opliep.

Europa is voor chips afhankelijk van andere landen: slechts 8% van de chips wordt in Europa gemaakt, 22% in de Verenigde Staten en 70% in Azië. De Europese Unie ziet graag dat Europa minder afhankelijk wordt van andere landen. De Europese Commissie werkt daarom aan een plan om die afhankelijkheid terug te dringen.