Koolmees: Werkgever mag thuiswerker niet intensiever monitoren

Werknemers monitoren met behulp van software ruim een half miljoen werkenden, bleek begin april uit onderzoek van vakbond CNV. Over alle sectoren is dat 13 procent van de thuiswerkenden. Overheidswerkgevers monitoren 11 procent van de ambtenaren die thuiswerken. De vakbond maakt zich daar zorgen om en de Tweede Kamerleden ook. ‘Vertrouwen tussen werkgever en werknemer is de basis voor een goede arbeidsrelatie’, antwoordt Koolmees.

Bedrijfsbelang boven privacy

Mocht een werkgever een werknemer met software willen controleren, dan moet de werkgever goed beargumenteren waarom dat nodig is en ‘waarom het bedrijfsbelang zwaarder weegt dan het belang van de werknemer, namelijk het recht op privacy’. Verder moet de werkgever de werknemer vooraf informeren en de ondernemingsraad om instemming vragen (als het gaat om personeelsvolgsystemen en het verwerken  van persoonsgegevens). De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) heeft hier een aantal vragen van werknemers over personeelscontrole op een rij gezet.

‘Het maakt niet uit of het werk thuis of op de werkplek plaatsvindt’, maakt Koolmees duidelijk. ‘De regels voor controle van werknemers zijn in beide gevallen gelijk. De werkgever mag de werknemer dus niet opeens intensiever monitoren omdat het werk vanuit huis wordt uitgevoerd.’

Mocht een werknemer vermoeden dat de (digitale) controle niet volgens de voorwaarden is, dan kan die in gesprek gaan met de werkgever, een vertrouwenspersoon of de ondernemingsraad. ‘In het uiterste geval heeft de werkgever of de werknemer de mogelijkheid om naar de kantonrechter te stappen.’ Er kan ook melding gedaan worden bij de AP. Volgens Koolmees is er bij de AP een beperkte toename van het aantal klachten over digitale monitoring sinds de start van de coronacrisis.

Dit artikel verscheen eerder op Binnenlands Bestuur.