Syriërs hacken sites New York Times en Twitter

De problemen zijn het gevolg van een aanval op MelbourneIT, een domeinnaambeheerder in Australië. De aanval werd uitgevoerd door het zogeheten Syrische Elektronische Leger. MelbourneIT beheert ook domeinnamen voor een reeks andere grote bedrijven zoals Yahoo, Google, Microsoft Ikea en AOL. Deze sites lijken geen last van de aanval te hebben. Twitter had gisteren ook last van de storingen. Hackers lijken steeds vaker tot een indirecte aanval over te gaan om belangrijke sites te treffen.

ANPMeer van deze auteur

Thijs DoorenboschMeer van deze auteur

Medewerkers van The New York Times mochten vanwege de storing tijdelijk geen e-mails met gevoelige informatie meer versturen. De problemen begonnen rond 21.00 uur (Nederlandse tijd). De diensten werden snel weer hersteld, maar vervolgens opnieuw verstoord. Zo'n drie uur na de aanval liet een woordvoerder weten dat de problemen waarschijnlijk snel zullen zijn verholpen.

Websites steeds belangrijker

De leiding van het krantenconcern concentreert zich steeds meer op zijn website, omdat met de gedrukte krant minder winst te maken valt. Het aantal digitale abonnees op de nationale en internationale editie van The New York Times was aan het einde van het tweede kwartaal gestegen tot 699.000.

Op 14 augustus was de website door problemen met de server meer dan 2 uur niet te bereiken.

Het Syrische Elektronische Leger steunt de regering van president Bashar al-Assad in Syrië en heeft al eerder websites gehackt. Eerder waren Thomson Reuters, Associated Press en Al Jazeera slachtoffer van de groep hackers.