Kwart meer studenten voor techniek-studies

Uit een analyse van de omvang van de instroom van eerstejaars in bachelorstudies blijkt dat er bij Techniek-studies 24,3 procent meer studenten zijn aangemeld in dit collegejaar dan vijf jaar geleden. Dat is de grootste groei van alle onderwijssectoren. Maar de sterkste groei lijkt er ook al weer uit te zijn.

In totaal staan dit collegejaar 38.840 bachelorstudenten ingeschreven bij Techniek-studies – 2,6 procent meer dan in het collegejaar 2015/2016. Daarmee is het in omvang de derde studiesector. De grootste is nog altijd Gedrag en Maatschappij met ruim 47.000 studenten, gevolgd door Economie, waar ruim 40.000 studenten zijn ingeschreven.

Bekostiging problematisch

In totaal meldden zich voor dit collegejaar 2,6 procent meer studenten aan, terwijl het ministerie van OCW gerekend had op een stijging van 0,1 procent. Minister Jet Bussemaker is weliswaar goed te spreken over de stijging van het aantal studenten, maar de VSNU is niet erg te spreken over deze te lage inschatting. De organisatie meldt maandag dat er afgelopen jaar aan universiteiten in totaal ruim 47.000 eerstejaars zijn begonnen. Universiteiten krijgen pas later geld voor de totale groei en moeten de tussenperiode zelf financieel overbruggen. "De universiteiten zijn er trots op zo veel studenten op te mogen leiden", zegt VSNU-voorzitter Karl Dittrich. "Maar om hen allemaal goed onderwijs te kunnen bieden, moet de bekostiging deze toename wel volgen.”

Numerus fixus

De grote instroom in technische studies lijkt een groot succes, omdat er grote behoefte is aan technisch opgeleide werknemers. Volgend jaar willen de universiteit van Wageningen, Twente en Delft echter een numerus fixus invoeren op een aantal Technische studies. De TU Eindhoven overweegt dit vanaf 2018 te gaan doen, onder meer voor de studie Technische Informatica. De universiteiten zeggen dat zij genoodzaakt zijn dit te doen omdat er niet genoeg opleidingsplaatsen zijn voor het aantal studenten dat zich meldt voor de betreffende technische studies en dat er niet genoeg geld en faciliteiten beschikbaar zijn om dat probleem op korte termijn op te lossen.