'Mannenstop' TU/e volgt op 10 jaar moeite doen
De TU/e heeft de afgelopen tien jaar uiteenlopende maatregelen genomen om de enorme scheefstand tussen mannen en vrouwen tegen te gaan. Deze maatregelen hebben wel geleid tot meer bewustwording van het probleem en ook tot een (langzame) stijging van het percentage vrouwelijk wetenschappelijk personeel. Dit schrijft Onderwijs-minister Ingrid van Engelshoven in haar beantwoording van kritische Kamervragen over het TU/e-aannamebeleid.
Maatregelenpakket
De geconstateerde stijging van het percentage vrouwen in de wetenschappelijke staf van de technische universiteit is echter te langzaam gegaan om de gestelde streefcijfers te behalen. De TU/e heeft aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (OCW) laten weten welke maatregelen het tot dusver heeft uitgetest. De effecten daarvan zijn onderzocht door de Human Performance Management groep binnen de TU/e. Deze maatregelen zijn:
- Iedere benoemingsadviescommissie moet minimaal twee vrouwelijke leden hebben.
- 1/3 van de shortlist moet uit vrouwen bestaan.
- Proactief scouten door inzet van aanwezige hulpbronnen, zoals eigen personeel.
- Streefcijfers worden halfjaarlijks besproken met het CvB en de decanen van de faculteiten.
- Interfacultaire commissies opstarten met als doel om tot een meer objectieve selectie en beoordeling van kandidaten te komen. Deze leden zijn getraind in het herkennen van impliciete bias en hebben interventiemethoden aangereikt gekregen.
- Er is een streefcijfer gesteld voor de positie van universitair docent van 50-50%. Van 2008 tot 2019 heeft slechts een langzame verhoging van 17% naar 29% vrouwelijke UD’s plaatsgevonden.
- Faculteiten hebben in samenwerking met het CvB targets gesteld om de diversiteit binnen de faculteit te verhogen en daarbij de manier gespecificeerd hoe zij de targets zouden halen.
De TU Eindhoven blijkt met zijn percentages flink af te wijken van landelijke gemiddeldes, voor verschillende functiecategorieën op universiteitsniveau. Deze zijn over 2017 vastgelegd in onderzoek van het Rathenau Instituut naar vrouwen in de wetenschap. Naast afwijking van deze landelijke gemiddeldes voor universiteiten loopt de TU/e ook achter op andere technische universiteiten in Nederland.
Andere TU's minder erg
"De situatie bij de TU/e is soortgelijk als bij andere technische universiteiten. Wel staan zij er ten aanzien van het percentage vrouwelijke wetenschappers nog slechter voor dan andere technische universiteiten", aldus OCW-minister Van Engelshoven. "De TU Delft en Universiteit Twente staan op een 11e respectievelijk 12e plaats in de ranglijst van 14 universiteiten ten aanzien van het percentage vrouwelijke hoogleraren. De TU Eindhoven staat op plaats 14."
"De impliciete genderbias speelt hierin een belangrijke rol en zorgt ervoor dat het percentage vrouwelijke wetenschappers maar langzaam stijgt. De TU/e ziet dat regelingen zoals de fellowships goed werken bij de Rijksuniversiteit Groningen en de TU Delft en heeft deze daarom als referentiekader genomen." Het zes maanden lang 'weren' van mannelijke kandidaten voor openstaande vacatures, ten gunste van vrouwelijke sollicitanten, is het paardenmiddel waar de TU Eindhoven nu op overgaat.
'Juist niet belemmerend'
De minister spreekt in haar beantwoording van VVD-vragen de notie tegen dat dit nieuwe aannamebeleid een belemmerend effect kan hebben op onderzoek en onderwijs op het gebied van technische wetenschappen in Nederland. "Nee, dit beleid draagt juist op de lange en korte termijn bij aan het verruimen van de capaciteit van onderzoek en onderwijs in de technische wetenschappen. Het aantrekken van vrouwelijk talent zorgt voor vrouwelijke rolmodellen. Die zijn hard nodig voor het groeiend aantal vrouwelijk studenten, zodat ook zij een carrière voor zichzelf zien in de technische wetenschappen."
"Door middel van de sectorplannen is er extra geld vrijgekomen voor meer vaste banen voor wetenschappelijk personeel in de bèta en technische wetenschappen. Aangezien na zes maanden de onvervulde vacatures alsnog algemeen open worden gesteld is het enige risico dat er zes maanden een onvervulde vacature is. De TU/e is zich daar volledig van bewust."
Percentage vrouwelijk wetenschappelijk personeel per functiecategorie in 2017:
Functiecategorie | Landelijk gemiddelde | TU/e |
Hoogleraar | 21% | 13% |
Universitair hoofddocent | 29% | 15% |
Universitair docent | 41% | 27% |
Overig wetenschappelijk personeel | 44% | 31% |
Promovendus | 43% | 27% |
Bron: Rijksoverheid, Rathenau Instituut
Reacties
Om een reactie achter te laten is een account vereist.
Inloggen Word abonnee