Minister wil intellectueel eigendom universiteiten beter regelen
Als een student een briljant idee zou hebben, is dat volgens de universiteit hun eigendom. Minister van Engelshoven schrijft in haar antwoorden op de Kamervragen naar aanleiding van een conflict tussen een student en universiteit, dat er geen onduidelijkheid rondom deze wetgeving is volgens het kabinet, en dat deze genoeg ruimte geeft voor beide partijen om een compromis te vinden.
“De slagingskans van start-ups is voor mij en voor de universiteiten belangrijk.”, schrijft minister van Engelshoven. “Aangezien het vaker voorkomt dat een medewerker van een universiteit (onderzoeker) dan een student betrokken is bij een op intellectueel eigendom gebaseerde startup, hebben de universiteiten in de periode van 2016 tot 2018 voor eerstbedoelde situatie twee richtsnoeren uitgebracht met het uitgangspunt “pas toe of leg uit”: het “Richtsnoer omgang met intellectuele eigendomsrechten (IER) richting academische start-ups”. Omdat er dus toch nog onduidelijkheid is voor studenten en werkgevers/universiteiten worden deze richtsnoeren aangevuld.
Machtsspel
De TU Eindhoven, laat zijn student naar verluid standaard contracten ondertekenen om afstand te doen van het intellectueel eigendom. Hiermee wil de universiteit conflicten vermijden. Maar uit eerder onderzoek van de NOS onder zeventig technische studenten blijkt dat de studenten en bijbehorende verenigingen hier sterk op tegen zijn. De Landelijke Studentenvakbond Universiteiten vertelt begin vorige maand aan het NOS dat universiteiten misbruik maken van hun machtspositie. “Universiteiten zijn geen bedrijven en zouden zich ook niet zo moeten gedragen. Zeker niet naar hun eigen studenten toe.” Van Engelshoven behandelt deze kwestie in haar antwoord; “Deze werkwijze van de TU Eindhoven heeft mijn aandacht. Van de TU Eindhoven heb ik begrepen dat zij bezig is om deze werkwijze te herbeoordelen. Zij doet dit in het kader van het richtsnoer waar de VSNU op mijn verzoek aan werkt.”
Transparantie
Van Engelshoven benoemt ook de huidige wetgeving rondom intellectueel eigendom zoals die nu in werking is Nederland; “Het uitgangspunt van de Rijksoctrooiwet is dat de persoon die een uitvinding heeft gedaan, ook degene is aan wie de aanspraak op de daaruit voortvloeiende octrooirechten toekomt: ownership follows inventorship." Maar (helaas) zijn er uitzonderingen op deze wet. Wanneer de student in (loon)dienst werkt van een werkgever of universiteit, ontvangt in dit geval de universiteit dus de rechten. Van Engelshoven is dus niet van mening dat er verandering moet komen in de wetgeving. “Het beoogde richtsnoer (..) moet bijdragen aan meer transparantie en aan de slagingskans van een student startup. De VSNU zal ook aandacht besteden aan goede communicatie hierover waardoor -naar ieders wens- juridische geschillen in de toekomst worden voorkomen, al is dat nimmer helemaal mogelijk.”
Reacties
Om een reactie achter te laten is een account vereist.
Inloggen Word abonnee