Programmeerlessen voor Rotterdamse basisschoolleerlingen

De lessen worden aangeboden door Connectis, SIDN en de TU Delft, in de hoop het tekort aan programmeurs op te vullen. Vooralsnog worden de programmeerlessen gegeven aan leerlingen in de bovenbouw (groep 6 tot 8).

Volgens de deelnemende partijen is het huidige basisonderwijs niet voldoende ingericht op dat tekort en ontbreken ook vaak de middelen en de kennis. Connectis stelt dat programmeren niet saai, maar juist leuk is voor kinderen. "Het is boeiend en heel geschikt om spelenderwijs te leren. Zelfs al word je geen programmeur, het gestructureerde denken dat je leert van programmeren komt in alle beroepen van pas."

De programmeerlessen worden gegeven door studenten van de TU Delft, die betaald worden door Connectis. SIDN levert de laptops waarmee de lessen worden gegeven.

Docenten

Eind maart werd in Rotterdam al een landelijk scholingsprogramma voor basisschoolleerkrachten op het gebied van Computational Thinking gelanceerd. Twee schooljaren lang kunnen leerkrachten van de 2000 geselecteerde basisscholen deelnemen aan meerdaagse scholing. Hiermee lopen de docenten vooruit op een mogelijke leerlijn ‘Digitale Geletterdheid’ (Onderwijs 2032/SLO).