Duidelijkheid geëist over gebruik Patriot Act

De Patriot Act werd in 2001 aangenomen, na de aanslagen van 11 september op het World Trade Center en het Pentagon. Sectie 215 van de wet verplicht Amerikanen en Amerikaanse bedrijven om Amerikaanse overheidsinstanties op eerste aanvraag informatie te verstrekken waar die om vraagt.

Informatievragen met geheimzinnigheid omgeven

Zo'n aanvraag moet wel vergezeld gaan van een rechterlijk bevel, maar het ontvangen van zo'n bevel moet geheim gehouden worden. Het is daardoor onbekend hoe vaak de Amerikaanse opsporingsdiensten gebruik maken van deze bevoegdheid, en wat voor gegevens ze zoal opvragen. Volgens de Electronic Frontier Foundation zouden de Amerikaanse burgers raar opkijken als ze te horen zouden krijgen hoe de overheid sectie 215 van de Patriot Act interpreteert.

Via de rechtszaak willen de burgerrechtenorganisatie de discussie over het gebruik van de Patriot Act aanzwengelen. Dat moet resulteren in meer controle op het gebruik van dit machtsmiddel door de opsporingsdiensten. Die discussie is ook van belang voor klanten van Amerikaanse cloudleveranciers. In principe kunnen de Amerikaanse opsporingsinstanties namelijk met de Patriot Act inzage krijgen in hun databestanden, ook als die fysiek niet in de VS zijn.