Code of Ethics: een stevige basis voor informatieprofessionals
Informatieprofessionals kunnen steunen op internationale standaarden en frameworks voor ethiek en skills om hun vak bij te houden en hun denkkader voortdurend te onderzoeken. Maar Wouter Bronsgeest en Liesbeth Ruoff-Van Welzen zien dat de competenties nog duidelijker beschreven moeten worden zodat iedereen ze erkent en herkent en kan blijven verbeteren.
Informatieprofessionals hebben de internationale ‘Code of Ethics’ – vastgesteld door de International Federation for Information Processing (IFIP) in 2020. Alle aangesloten beroepsorganisaties voor informatieprofessionals onderschrijven die code. Internationale samenwerking op z’n best, met inspraak, participatief ontwikkelen, overleg en gezamenlijke besluitvorming. De code is een basis én richtinggevend voor methoden, best practices, standaarden en frameworks. De vraag is hoe deze code optimaal ingezet kan worden en daarmee vertrouwen kan geven in de sector.
Resultaat van samenwerking
De Code of Ethics van IFIP is gemaakt op basis van good practices vanuit diverse landen. Voorbeeld was de code van de Association for Computer Machinery . Professionals van het International Professional Practice Partnership binnen IFIP hebben de code uitgewerkt onder leiding van Prof. dr. Don Gotterbarn. Via consultatierondes is de code tot stand gekomen, met maximale aandacht aan het gezamenlijk vanuit de internationale beroepsgroep opwerken van een code. Deze is vervolgens vastgesteld in de Algemene Vergadering van IFIP. IP3 gaat deze code nu gebruiken om het huidige certificeringsschema van IT-professionals geschikt te maken als ISO-norm met o.a. e-CF als inhoudelijk kader.
Wereldstandaarden komen vaak voort uit een gezamenlijk proces. Zo kennen project- en programmamanagers en PMO-ers de IPMA-competenties, IT-architecten kennen ArchiMate (een Nederlands product!) en Togaf. Standaarden die met groepen professionals en academici worden opgesteld en bijgewerkt.
Ook ISO-normen komen tot stand via brede internationale afstemming. Een voorbeeld is hoe de Nederlandse KNVI en collega-verenigingen uit Zuid-Afrika (IITPSA), Canada (CIPS), Japan (IPSJ), Australië (ACS) en Sri Lanka (CSSL) binnen IFIP samenwerken aan de nieuw onderdeel binnen de ISO/IEC norm voor ‘computing’: ISO/IEC 24773. Dit onder leiding van initiatiefnemer dr. Tetsuro Kakeshitamee. De nieuwe serie kent al een nieuw deel 1, 3 en 4, en deel 2 komt in 2024. In 2014 is het totale traject gestart – inclusief veel internationale afstemming. Naast de ‘General Requirements’ (deel 1) en ‘Guidance’ (deel 2) vormen deel 3 en 4 de kern van deze norm: System Engineering en Software Engineering. Bijzonder aan deze nieuwe versie is aandacht voor ethiek en voor kennis, skills, competenties en professional practice.
Actueel is ook de gezamenlijke inspanning voor een richtlijn voor toepassing van Artificial Intelligence (AI). In Europa werken meerdere organisaties samen in het Artificial Intelligence Skills Alliance (ARISA)-project om kennis op te doen van de toepassing van AI in publieke en private toepassingen. Via IPTE is ook de KNVI betrokken bij deze ontwikkeling. Voor de KNVI is ook daarin de borging van ethische principes een belangrijk onderwerp: Ethics as a Service moet ethische hulp bieden bij de ontwikkeling, het gebruik en het ontwerp van AI.
Een Nederlands voorbeeld tenslotte is de Nederlandse Praktijkrichtlijn NPR 3414:2023, Governance op de menselijke aspecten van IT. Deze norm is gebaseerd op het academische werk van een KNVI-professional en is samen met een groep vakmensen uitgewerkt. Hiermee kunnen bestuurders van organisaties beter rekening houden met de menselijke maat in de besturing van hun IT. Ook in deze norm is ethisch handelen een belangrijk ingrediënt.
Standaarden: duiding
Op zoek naar standaarden voor informatiemanagement, informatievoorziening en informatiebeheer zie je al snel door de bomen het bos niet meer. De KNVI Interesse Groep ‘Open Standaarden’ geeft inzicht op basis van het negenvlaksmodel, opgesteld door Prof. dr. Rik Maes (Maes, 2003). Dat model kan gebruikt worden voor duiding en samenhang van diverse standaarden voor bedrijfsstrategie, informatiestrategie en informatievoorziening. Het model is mede bedoeld samenwerking te bevorderen en het gesprek te voeren over werkzaamheden binnen organisaties. Het model geeft handvatten om standaarden te plaatsen en de lezer (of de zoekende professional) te helpen ‘richten’. Op https://openstandards.nl/ kan iedereen deze standaarden raadplegen.
Verdieping op standaarden kan vanuit drie invalshoeken: (a) de intentie van de standaard om ethische uitgangspunten te formuleren, zoals hiervoor beschreven, (b) het beschrijven van vaardigheden (skills) en (c) het uitwerken van de bijbehorende competenties.
Skills
De vaardigheden van professionals zijn er op vele niveaus. Van het kunnen bedienen van IT-middelen, het voeren van het goede gesprek of het geven van een presentatie tot de professionele skills van de senior engineer die kennis en ervaring heeft met het schrijven van de beste (software-)code, heldere vereisten, uitvoering van een integrale ketentest, implementatie van nieuwe (software-)code op het mainframe of het beheren en monitoren van het netwerkverkeer. Om maar een paar voorbeelden te noemen. Het gaat om vaardigheden die je deels kunt leren uit boeken, maar die in de praktijk pas echt tot leven komen door ze toe te passen, er op te reflecteren en ze te verbeteren.
Zwemmen leer je niet door een zweminstructie te lezen. Als vaardigheden positief ingezet zijn in de praktijk wordt dat vervolgens aangeduid met het hebben van competenties. De International Standard Classification of Occupations (ISCO) van de International Labour Organisation (ILO), het European Skills, Competences, Qualifications and Occupations (ESCO ) van de Europese Unie of het Skills Framework for the Information Age (SFIA) pogen daarvan een totaal overzicht te geven.
Competenties
Welbekend is het Europese Competentieframework (e-CF), nu een CEN/NEN standaard. e-CF is uitgegroeid tot een standaardisatie-omgeving voor IT professionals met documenten rondom de Body-of-Knowlegde (BOK), rollen, accreditaties, onderwijs en intervisie. Nu het een formele standaard is, geeft dat ook meer handvatten voor implementatie. In Nederland bijvoorbeeld door de competenties te gebruiken in de ICT-inhuurmantel van de Rijksoverheid, de centrale inkoop van opleidingen en de doorvertaling van competenties in het Functiegebouw Rijk (FGR) aan de hand van het Kwaliteitsraamwerk Informatievoorziening (KWIV).
Beroepsorganisaties in Europa, waaronder de KNVI, spelen een ondersteunende rol in het uitwerken van competenties en het agenderen van het belang ervan. Onlangs is door de EU samen met onder meer de Council of European Professional Informatics Societies (CEPIS) een eerste poging gedaan voor een European Digital Skills Certificate (EDSC). Aan de basis daarvoor staat weer een ander framework: DigComp 2.2.
Professional Practice – je vak bijhouden
Uitgangspunt van competentieframeworks is dat ze sturing geven aan professionals om hun vak bij te houden. Het vakgebied van informatieprofessionals is echter nogal lastig vanuit één kader te omschrijven – zeker omdat in verschillende landen de reikwijdte van het vakgebied anders is. In Nederland begint het IT-vak en het vak van de (voorheen) meer generiek opgeleide documentalist, bibliothecaris en archivaris steeds meer overlap te vertonen op specifieke competenties. Daarmee wordt het gehele vakgebied -en daarmee de set aan competenties- breder. De KNVI heeft daaraan in diverse publicaties duiding gegeven, onder meer via boeken over de Informatieprofessional 3.0 en Smart Humanity.
Skills en skills
Met al die frameworks lijken we een stevige basis te hebben voor ons vakgebied. Maar… er zitten nog twee addertjes onder het gras. Opletpunten dus.
De eerste is de inzet op skills. Het nieuwe European Digital Skills Certificate lijkt een mooie aanvulling op alle competentieframeworks en voorziet in een bijbehorende toetsing. Het framework gaat echter in op digitale vaardigheden van burgers en van professionele gebruikers van informatietechologische producten. Maar dat is een beetje als het toetsen van iemands behendigheid – en daarmee slechts één kant van de medaille. Denk aan veel scholieren van tegenwoordig: heel behendig in het gebruik van allerlei devices, comfortabel online en snel schakelend. Maar beoordelen of informatie juist is, of bronnen kloppen, of ze veilig werken en geen vertrouwelijke gegevens delen, dat moeten ze leren. Voor professionals geldt dat ook. Deze professionals zijn ook verantwoordelijk om goede IT te maken, te beheren en te implementeren. Dat vergt specifieke (en steeds specifiekere) kennis en ervaring. Multidisciplinair werken vraagt denkkracht en reflecterend vermogen: continu trainen, leren, lezen en oefenen om je vak bij te houden. En laat dat nu net een onderdeel zijn waar de EU niet (of: heel beperkt) op inzet!
De tweede is de ethische duiding van het werk. Denkkracht en reflecterend vermogen gaan immers niet alleen om het eigen leren – of het leren over leren (de ‘double loop’ - Argyris & Schön, 1978). Het drieluik van ethiek, skills en competenties gaat uit van derde orde leren. Hierbij wordt een denkkader verder ontwikkeld – inclusief de ethische afwegingen die gemaakt worden vanuit dat denkkader.
Ook in internationale context is het niet altijd eenvoudig om deze twee opletpunten hoog op de agenda te krijgen en te houden. Wellicht omdat het best ingewikkeld is om skills en competenties te vatten in frameworks. Skills zijn ‘eenvoudig’. Professionalisme beschrijven is moeilijker. En je professie actueel houden en het denkkader voortdurend onderzoeken, bevragen en zelfs ter discussie stellen is een uitdaging!
Gelukkig is de basis goed: competentieframeworks als e-CF en diverse ISO-normen en vooral de internationale Code of Ethics. We hebben nog een lange weg te gaan voor het vak van de informatieprofessional goed is beschreven en vooral de skills en competenties zo zijn beschreven dat iedereen ze erkent en herkent en blijft verbeteren. Maar: we zijn op weg!
Bronnen
- Argyris, C., & Schön, D. A. (1978). Organizational Learning: A Theory of Action Perspective. Addison-Wesley.
- Boonstra, J. (2000). Lopen over water. Universiteit van Amsterdam.
- Bronsgeest, W.L., De Waart, S., (2020). Smart Humanity, de mens met I-0 op voorsprong, Nubiz Uitgeverij, Hilversum
- Brongeest, W.L., Wesseling, M., De Vries, E., Maes, R. (2017). Informatieprofessional 3.0 Strategische vaardigheden die u connected houden, Boom uitgeverij, Amsterdam
- Maes, R. (2003). Informatiemanagement in kaart gebracht, Universiteit van Amsterdam, Amsterdam
Magazine AG Connect
Dit artikel verscheen ook in AG Connect editie 3 2024. Wil je het blad ook ontvangen? Bekijk dan onze abonnementen.
Reacties
Om een reactie achter te laten is een account vereist.
Inloggen Word abonnee