Telecomgegevens Nederlanders 2,3 miljoen keer opgevraagd

De minister van Veiligheid en Justitie Ivo Opstelten stelt jaarlijks een verslag op waarin vermeld staat hoe vaak aan een bevoegde autoriteit informatie is versterkt voor wat betreft de opsporing van strafbare feiten, zoals het verspreiden van kinderporno.

In 2013 werden 2,34 miljoen keer gegevens opgevraagd. Dit is circa 15 procent minder dan vorig jaar en ongeveer evenveel als in 2011. In 2009 kreeg het CIOT de meeste informatieverzoeken (2,9 miljoen).

9 van de 10 keer een 'hit'

In veruit de meeste gevallen - ongeveer 90 procent – leverde de bevragingen vorig jaar inderdaad een ‘hit’ (gegevens) op. In 10 procent van de gevallen was een persoon, telefoonnummer of ip-adres niet bekend bij de Nederlandse providers.

In totaal werden ruim 2,68 miljoen antwoorden gestuurd aan opsporingsdiensten. Dat aantal ligt hoger dan het aantal verzoeken, omdat mensen soms meerdere keren voorkomen in de database, met verschillende telefoonnummers en internetverbindingen.

De nationale politie-eenheid Oost-Nederland vroeg het vaakst gegevens op en wel bijna 407.000 keer, gevolgd door de regio’s Rotterdam (309.214), Den Haag (293.681) en Amsterdam (275.331). De landelijke eenheid deed bijna 46.000 verzoeken en de FIOD vroeg ruim 22.000 keer om informatie. Kijk hier voor meer informatie over de overige aanvragen. Het aantal verzoeken dat afkomstig is van de inlichtingendiensten AIVD en MIVD wordt overigens niet bekendgemaakt.