Coronacrisis heeft belang van technologie in onderwijs voorgoed bewezen
De coronacrisis heeft het belang van technologie in het voortgezet onderwijs flink benadrukt, blijkt uit het onderzoek. Maar liefst 91 procent van de VO-beslissers zegt door de crisis de toegevoegde waarde hiervan te hebben gezien. Daarbij gaat het bovendien niet alleen om videobellen of digitale whiteboards. De beslissers zien ook geavanceerde technologie als VR en robotics als essentieel voor de ontwikkeling van kinderen. Volgens 72 procent hebben leerlingen daar zelfs uitgebreide kennis van nodig om later kans te maken op de arbeidsmarkt.
Bovendien levert geavanceerde technologie binnen het VO volgens de respondenten diverse voordelen op. 87 procent benoemt bijvoorbeeld dat gepersonaliseerd onderwijs hierdoor beter mogelijk wordt gemaakt. Leerkrachten kunnen bijvoorbeeld makkelijker de lesstof aanpassen aan het niveau van de leerling. 78 procent denkt daarnaast dat het leerproces van leerlingen beter bij te houden is met geavanceerde technologie.
"Onderwijs bepaalt de vitaliteit, veerkracht en kwaliteit van een samenleving. Het is daarom essentieel dat het onderwijs in Nederland tot de internationale top blijft horen", zegt Rob Idink, managing director van HP Nederland. "Natuurlijk kunnen leerlingen nog steeds een atlas openslaan, maar als zij via een VR-bril zelf een virtuele wereldreis maken, leren ze effectiever. Als ze daarnaast ook nog leren hoe ze een mini-robot kunnen bouwen of programmeren, dan geven we ze competenties waarmee ze succesvol worden in de moderne economie."
Geld en kennis blijven drempels
Maar liefst 4 op de 5 beslissers geeft nu dan ook aan dat scholen niet meer terug kunnen naar onderwijs zonder technologie. Maar geavanceerde technologie in het onderwijs krijgen, blijkt vaak makkelijker gezegd dan gedaan. Eén op de vijf respondenten denkt bijvoorbeeld dat hun school minder gebruikmaakt van technologie dan andere scholen.
Er zijn dan ook diverse belemmeringen waardoor het lastig is om te investeren in technologie. 70 procent vindt vooral de geringe technologische kennis onder leraren een drempel. Daarnaast blijft geld een probleem: volgens 60 procent vormen de aanschafkosten van materiaal een obstakel om met technologie te onderwijzen.
Opvallend is dat de beslissers vooral in de kennis van docenten investeren, aldus 30 procent van de respondenten. Maar als er geen geld is voor materiaal, kan er ook weinig gedaan worden met de kennis van leerkrachten. Volgens Idink zijn er echter wel ontwikkelingen zichtbaar op dit gebied. "Je ziet al dat er andere betalingsconcepten komen, zoals as a service-modellen", vertelt hij tijdens een presentatie over het onderzoek. Daarbij kunnen scholen, leerkrachten of ouders materiaal huren voor leerlingen, zodat zij nooit zonder hoeven te zitten. HP levert een dergelijk programma bijvoorbeeld via HP Campus Partners.
Daarnaast zijn er subsidies vanuit de overheid gekomen om een eventuele achterstand bij leerlingen te voorkomen. "Dat geld kun je heel goed inzetten om een medialab en materialen te financieren", aldus Klaas Kuperus, directeur en oprichter van De Rekenwinkel, tijdens de presentatie van HP.
Reacties
Om een reactie achter te laten is een account vereist.
Inloggen Word abonnee