'Digitalisering hoger onderwijs kan geen disruptie zijn'
Hoe meer technologie in de colleges, hoe slechter de kwaliteit is geworden, stelt Dirk van Damme tijdens een van de openingstoespraken van EPIC, een driedaags congres over digitalisering van het hoger onderwijs. Van Damme is nu onderzoekshoofd bij het Amerikaanse Center for Curriculum Redesign in Boston - en spin off van Harvard University - en was daarvoor diensthoofd van het Centre for Educational Research and Innovation van de OESO en kabinetschef van de Belgische minister van Onderwijs Frank Vandenbroucke.
"Het gaat niet alleen om technologie invoeren. Er wordt te weinig gedaan om de effecten te bestuderen." Hij is bijvoorbeeld geen voorstander van MOOC's (Massive Open Online Course), waarin studenten zonder begeleiding stof tot zich kunnen nemen, in ieder geval niet als primaire leervorm. Ze kunnen wel als ondersteuning dienen. Hij signaleert dat er al jarenlang gesproken wordt over een leven lang leren, maar dat er nog altijd geprobeerd wordt jonge mensen in vier of vijf jaar vol te gieten met kennis. Daarna is er maar weinig op gericht om die kennis te actualiseren.
Specialisme is uit de tijd
Het opleiden voor een specialisme is sinds de Tweede Wereldoorlog de standaard geweest bij het hoger onderwijs. En dat werkte ook goed tot de eind van de vorige eeuw. Maar inmiddels stelt het bedrijfsleven andere eisen aan afstudeerders. Uit onderzoek van de OESO, dat hij aanhaalde, waarbij in vijf landen studenten werden gevolgd, blijkt dat maar 50% van de studenten het hoger onderwijs verlaten met het minimaal vereiste kritisch denkvermogen en dat tijdens hun studie dat niveau nauwelijks toenam.
Dat is waar het volgens Van Damme om draait. In nieuwe curricula moet het accent verschuiven van het aanleren van statische vakkennis naar het verwerven van non-routinematige interpersoonlijke en analytische vaardigheden. Kunstmatige intelligentie gaat ervoor zorgen dat een heel groot deel van de data- en informatievergaring, kennis en begrip en zelfs wat expertise wordt afgedekt. Waar hoger-opgeleiden toegevoegde waarde kunnen bieden, is in het koppelen van die expertise over vakgebieden heen. In de curricula moet daarom de piramide omgedraaid worden.
Daarbij komt de nadruk te liggen op een afgestudeerde volgens het 'T'-vormig model in plaats van het 'I'-vormig model dat jarenlang de standaard was. In het 'I'-vormig model heeft de afgestudeerde één specialisme, bij het 'T'-vormig model zijn daar bovenop vaardigheden waarmee de kennis in uiteenlopende situaties kan worden toegepast.
Van Damme ziet eigenlijk nog lieven een 'M'-vormig model waarbij afgestudeerden kennis op doen in drie (of meer) specialismen die aan de bovenkant van de 'M' zijn verbonden via vaardigheden om die kennis breed in te zetten.
Om daar te komen moet veel meer dan nu gebeurt, ingezet worden op een 'leven lang leren'. En digitalisering is noodzakelijk om die omslag te maken van oude naar nieuwe curricula, stelt Van Damme.
"Universiteiten en hogescholen zijn echter niet snel in verandering. De revolutie in het onderwijs die tien jaar geleden werd voorspeld, is er niet gekomen. Het is niet erg dat het hoger onderwijs log is. Daardoor kan het doorstomen ondanks crises zoals de coronapandemie. De verandering is gaande maar het gaat langzaam, niet met een disruptie."
Reacties
Om een reactie achter te laten is een account vereist.
Inloggen Word abonnee