Positie Nederland in breedbandlijst kwetsbaar
Het onderzoek, uitgevoerd door Oxford SAID business school in opdracht van Cisco, keek niet zoals gebruikelijk alleen naar de beschikbaarheid en het aantal aansluitingen op breedbandnetwerken, maar ook naar de kwaliteit van die infrastructuur. Zo werd onder meer gekeken naar de vertraging (latency) die in het netwerk werd ervaren en een aantal andere factoren die van belang zijn voor het storingsvrij transporteren van vooral de nieuwe applicaties als videodownloads, de uploadcapaciteit naar sociale netwerken en Web 2.0-toepassingen, en streaming video- en audio. Met een door de Oxford SAID business school gedefinieerde Broadband Quality Scores-index prijkt Japan bovenaan de ranglijst. De onderzoekers hanteren een score van 75 als voldoende voor applicaties die nu en in de nabije toekomst beschikbaar komen. Allen Japan voldoet met een score van 98 ruim aan deze vereiste. Op de tweede plaats staat Zweden met score van 55 en Nederland bezet met 49 punten de derde plaats op de lijst. Traditionele rivalen van Nederland in dit soort breedbandvergelijkingsonderzoeken zijn Denemarken en Korea. Die bezetten in dit onderzoek echter de plaatsen vijf en acht. Volgens Stoffer dankt Japan zijn goede positie aan de late start met de aanleg van huisaansluitingen op glasvezel waardoor van de meest moderne technologie gebruik kon worden gemaakt. Verder heeft dit land een reputatie in het spelen van elektronische spellen en aandacht voor hoge kwaliteit video-uitzendingen. Stoffer': "Japan heeft niet alleen uitzendingen in het 1080px formaat maar ook al met een factor vier hoger." Dit zijn prikkels geweest om direct de hoogste prestaties uit het netwerk te halen. Volgens Stoffer heeft Nederland een uitstekende uitgangspositie om een voorbeeldfunctie voor andere landen in de wereld op het gebied van breedbandtoepassingen te houden. De gezonde concurrentie in het aanbod en de aandacht van het hoger onderwijs voor netwreken zoals Surfnet dragen daaraan bij. Het is volgens de Cisco-directeur wel zaak dat de overheid en bijvoorbeeld gemeenten hun stimulerende rol blijven volhouden. Als goed voorbeeld noemt hij het creëren van digitale social communities zoals het Amsterdamse CityNet voor ogen heeft. Ook op het gebied van de zorg en het opnieuw organiseren van werk liggen volgens Stoffer veel kansen. "Wij werken nog veel vanuit het industrialisatiedenken. De productiefactoren waren kostbaar en daarom kwamen mensen daar naar toe om te werken. Inmiddels is die mobiliteit zo veel duurder geworden en zijn de mogelijkheden het werk anders te organiseren zo sterk toegenomen, dat het veel effciënter is het werk naar de mensen te brengen. De technologie is er om dat te faciliteren, met teleweken, met smart work centers en vormen van ecosystemen tussen bedrijven."
Reacties
Om een reactie achter te laten is een account vereist.
Inloggen Word abonnee