Opta creëert met KPN nieuwe koppelpunten in ALL-IP-net

KPN's plannen voor het ALL-IP netwerk leiden tot het verdwijnen van de wijkcentrales. Die centrales zijn een goede plek gebleken voor concurrenten van KPN om gebruik te kunnen maken van het traditionele koperen netwerk voor het aanbieden van telefonie en ADSL-varianten. Opta eiste eerder al van KPN dat de wijkcentrales zeker tot 2012 open blijven om de concurrentie in de gelegeheid te stellen alternatieven te vinden. KPN wilde in de nieuwe situatie aankoppeling op slechts twee punten, namelijk in de straatkast of in de hoofdcentrale. In Nederland staan echter tegen de 30.000 straatkasten die elk een zeer beperkt aantal huishoudens bedienen. De kosten voor alternatieve aanbieders hun eigen netwerk naar die kasten te brengen zijn hoog, terwijl ze een groot risico lopen niet aan het voor een sluitende businesscase vereiste aantal abonnees te komen. Voor aansluiting op de enkele hoofdcentrales in het netwerk rekende KPN echter een fors tarief. Daarmee zou bovendien de concurrentie op infrastructuur, die Opta graag ziet, nagenoeg verdwijnen. Nu KPN in zijn gewijzigde ALL-IP-strategie meer glasvezel naar het huis wil brengen in plaats van het laatste stukje met VDSL te overbruggen, valt het straatkastscenario weg. Dat was reden voor Opta om met KPN te zoeken naar alternatieve aankoppelpunten. Volgens Opta-voorzitter Chris Fonteijn zijn de besprekingen over waar die koppeling precies plaatsvindt en welke tarieven daarvoor moeten gelden, nog in volle gang. Fonteijn ziet deze glazen verdelers echter als volwaardig alternatief voor de wijkcentrale (MDF) die voldoende stimulans en gelegenheid biedt aan de alternatieve aanbieders om te investeren in infrastructuur.