Een nieuwe vormgeving voor AG Connect
- Dit magazine en de site hebben een nieuwe vormgeving gekregen
- Zakelijker en toch persoonlijk
- We diepen hoogtepunten uit ons archief: praatpalen, de opkomst van de touchscreen en de ondergang van Gerard Sanderink
AG Connect heeft een nieuwe look. Een nieuwe vormgeving voor dit magazine en de website geeft veel beter weer waar AG Connect voor staat: zakelijk, scherp, volwassen en tegelijkertijd persoonlijker.
Wij mogen ons met recht de oertitel van de Nederlandse IT noemen. In 1967 werd ‘de automatisering-gids' opgericht – het eerste IT-vakblad in Nederland. We hebben vanaf het begin een stempel gedrukt op de IT-wereld. In die beginjaren gaven de redacteuren in hun artikelen vaak hun eigen mening over wat er speelde. Door de jaren heen werd dat steeds minder en werd de inhoud steeds zakelijker. Dat uitte zich ook in de vormgeving: de toenmalige Automatisering Gids werd gedrukt op krantenformaat en vanaf 2007 op tabloid.
In 2016 veranderde de naam in AG Connect. De krant werd een magazine met een frisse en speelse vormgeving. Dat mag nu wel weer wat zakelijker en kritischer. Onze rol is een serieuze rol. We leven nu in een tijdsgewricht waarin bijzonder veel gebeurt. Veel daarvan is leuk, maar er is ook een andere kant. Dat komt ook tot uiting in de nieuwe vormgeving: zakelijker, scherper, volwassener.
Primair online
Een minstens zo belangrijke verandering, waar deze nieuwe vormgeving op is geënt, is dat AG Connect zich nu primair richt op online. De vorige vormgeving was vooral gericht op print en doorvertaald naar de site. Dat is nu omgekeerd. Dat past beter bij onze lezers. Zij werken hard door de week en willen dan snel kunnen besluiten of iets interessant is voor hen. De artikelen op de website zijn daarop ingericht. Het papieren magazine blijft belangrijk, maar het heeft inmiddels een andere rol. De artikelen daarin zijn langer en niet zo sterk aan tijd gebonden; die kun je in het weekend rustig lezen.
Tekst loopt door onder kader.
Een bloemlezing uit 56 jaar Automatisering Gids
Het praatpalentijdperk duurde 46 jaar
“In de toekomst zullen langs de nationale hoofdroute op ongeveer twee kilometer afstand van elkaar zogenaamde praatpalen te vinden zijn die een direkt contact waarborgen met een wegenwachtstation”, jubelde AG Connect in 1971. Op dat moment werd in de gids de technologie achter de alarmeringsknop uitvoerig beschreven, inclusief het knipperende lampje dat zichtbaar werd in een toets van de meldkamer wanneer een automobilist erop drukte. Het zou niet lang duren voordat de eerste mobiele telefoons geproduceerd werden. In 1973 slaagde Martin Cooper van Motorola erin om de allereerste mobiel te produceren. Dit apparaat woog ruim een kilo. De batterij kon het een uurtje volhouden en had tien uur lang nodig om volledig op te laden.
Pas zo’n tien jaar later kwamen de eerste mobiele telefoons voor consumenten op de markt. Het duurde daarna nog een tijdje voordat ze praatpalen overbodig maakten. Toen na het millenium uiteindelijk vrijwel iedere Nederlander met een mobiele telefoon op zak de weg op ging, kwam het einde in zicht. In 2017 concludeerden ANWB en Rijkswaterstaat dat de mobiele telefoon en de opkomst van moderne alarmeringssystemen in auto's praatpalen overbodig maken. De telefoon en de alarmeringssystemen zijn niet alleen sneller, maar ook veiliger. Automobilisten hoeven niet meer langs de weg te lopen. Na zo’n 46 jaar kwam het definitieve einde aan het tijdperk van praatpalen langs de weg. Veel Nederlanders vonden het moeilijk om afscheid te nemen: toen de ANWB zo’n vijfhonderd praatpalen in de verkoop deed, waren ze in een mum van tijd uitverkocht.
Sjoerd Hartholt
Eigen IT-afdeling
De vormgeving van de site is ontworpen door de designers van Fabrique (zie kader). De achterkant van de website is ontwikkeld door onze eigen IT-afdeling. Net als in de IT is ons uitgangspunt dat technologie ons niet mag beperken, maar ons juist flexibeler moet maken. De nieuwe website kan dan ook elk moment worden aangepast naar aanleiding van het gebruik. Bovendien is de achterkant zodanig gebouwd dat andere titels binnen Sijthoff Media er ook mee kunnen werken. En wel zo dat ze niet allemaal in hetzelfde stramien worden gedwongen. Titels als Binnenlands Bestuur, AG Connect en Adformatie verschillen sterk van elkaar en stellen daarom hun eigen eisen aan een website.
De artikelen van AG Connect worden belicht vanuit vier invalshoeken (onze thema’s): Business, Maatschappij, Tech & Toekomst en Carrière. Met onze artikelen richten we ons op wie echt wat wil in deze branche: ICT’ers die zich verantwoordelijk voelen voor hun vakgebied, die hun werk serieus nemen, en die zich bewust zijn van de impact van IT, op hun organisaties, op onze maatschappij, op hun eigen carrière en de toekomst voor ons allemaal. Maatschappelijke verantwoording is een speerpunt voor hen. Want IT heeft impact op alles. In de toeslagenaffaire is bijvoorbeeld duidelijk te zien wat er mis gaat als mensen denken met IT alles te kunnen oplossen. Je hebt mensen nodig die consequenties zien, en dat vereist dat je als ICT’er die betrokkenheid voelt. Kijk naar de huidige discussies rond AI - daar heb je mensen voor nodig die er de juiste vragen bij stellen.
Mensen moeten kritisch blijven en niet alleen bedenken wat je met IT kunt, maar ook of iets wel op die manier moet. En dat je bedenkt wat je ermee moet. Juist die ICT’ers willen we helpen met input zoals achtergrondinformatie waarmee wij en zij ontwikkelingen kunnen duiden. Die persoonlijke mening van redacteuren uit de beginjaren van de automatisering-gids blijven wij ook nu koesteren. AG Connect registreert en duidt niet alleen, maar moet ook positie durven kiezen!
Het design: keuzes uitgelegd
De nieuwe vormgeving van dit magazine is ontwikkeld door strategisch ontwerpbureau Fabrique. Chin-Lien Chen, design lead bij Fabrique, legt uit welke keuzes zijn gemaakt en waarom. “Onze analyse is dat AG Connect een digitaal platform is dat staat voor betrouwbaarheid. Het heeft ook een lange geschiedenis: het is in 1967 begonnen en de kennis die in al die tijd is opgebouwd toont ook leiderschap en autoriteit.”
IT was 40 jaar geleden ook al eng
Veertig jaar geleden maakte De Automatisering Gids zich al zorgen om de effecten van automatisering op mens en maatschappij. Althans, dat deed het Britse bureau Metra Consulting Group, en AG schreef erover. Een belangrijke conclusie: “ME (Micro Elektronica - VD) heeft zowel negatieve als positieve invloed op de werkbevrediging. Wanneer echter nieuwe systemen worden geïnstalleerd willen slechts zeer weinig mensen terug naar de oude toestand.”
Wel constateert AG dat er “zeer veel bewijs (is) aan te voeren voor het feit dat het bedienen van een beeldscherm symptomen van stress kan veroorzaken, speciaal bij langdurig gebruik tijdens de werkdag”. Klinkt bekend?
Volkert Deen
Autoriteit staat voor vertrouwen, legt ze uit. “IT is constant in verandering. AG Connect weet wat het daarmee moet doen. Maar hoe toon je dat zelfvertrouwen in de vormgeving? Een information overload werkt niet – AG Connect schreeuwt niet. Wat hierbij past is een interface die zo clean mogelijk is. Rationaliteit is wat hier telt. Dat heeft zeer sterk meegespeeld bij de keuze van een nieuw font. Dat moet in elk geval goed leesbaar zijn. En in dit geval is de relatie met het onderwerp ook heel sterk. Want we hebben gekozen voor het font IBM Plex, een zeer goed leesbaar font. En meer IT is bijna niet mogelijk! Dit font is ontwikkeld in 2018 maar dit typeface is gebaseerd op het design van de elektrische typemachine van IBM, de Selectric Typewriter, die ook nog eens rond dezelfde tijd op de markt kwam als AG Connect: in de jaren 60. In feite een perfect huwelijk!”
Tekst loopt door onder kader.
Doorbraak telewerken kostte geen 6 maar 30 jaar
2000 wordt jaar van telewerkers – schreef Automatisering Gids in 1993. Aanleiding was een voorspelling van de Britse marktonderzoeker Ovum op basis van een onderzoek onder 300 bedrijven. In 2000 zouden 12 miljoen werknemers in de VS en Europa op zijn minst een deel van hun werkweek thuiswerken. De techniek daarvoor was al jaren voorhanden. En voordelen waren er genoeg: onder meer verlaging van de kosten en verhoging van de productiviteit.
Dat het nog wel zes jaar zou duren kwam doordat men op zag tegen de
investeringen in soft- en hardware die nodig waren voor telewerken. Maar
de belangrijkste hindernis was echter cultureel: je medewerkers thuis
laten werken vereiste vertrouwen bij het management. En daar waren niet
veel bazen toe in staat.
Het zou geen zes jaar, maar zeker nog twintig jaar
duren voordat thuiswerken wat gebruikelijker werd. En er was een
wereldwijde pandemie voor nodig, inclusief lange lockdowns, om
‘telewerken’ ook echt in alle beroepen waar dat maar enigszins mogelijk
was op grote schaal in te voeren. Maar nog steeds is er het wantrouwen
bij veel managers jegens hun thuiswerkende medewerkers. Na de lockdowns werden veel kenniswerkers weer gewoon terug op kantoor terugverwacht, in elk geval een deel van de week. Zie Twitter, zie Apple, zie Microsoft, zie Google. Maar er is wel degelijk winst geboekt: thuiswerken is nu echt definitief doorgebroken en in veel CAO’s opgenomen. Dat heeft dan maar dertig jaar geduurd.
Tanja de Vrede
De keuze voor een ‘dikkere’ blauwtint weerspiegelt ook de autoriteit en het vertrouwen die AG Connect uitstraalt. AG Connect gebruikte eerder allerlei kleuren, waarvan ook niet altijd duidelijk was waar die precies voor stonden. Er worden nu minder kleuren gebruikt en de kleuren die we gebruiken hebben een duidelijke functie. Zo gebruiken we blauw voor alle eigen artikelen van de redactie. Artikelen van partners worden aangegeven met groen. En oranje is er voor de ‘call-to-action’-elementen. De kleuren die we hebben gehouden, hebben daarnaast een duidelijkere tint gekregen. Dus blauw is ook echt blauw en niet een groenachtig blauw. Daarmee wordt het contrast met de warme grijze achtergrond groter, waardoor de leesbaarheid verbetert.
Gekozen is ook heel sterk voor transparantie en duidelijkheid. “Tijd is kostbaar voor lezers. Ze worden overladen met enorme hoeveelheden content op internet. Door een duidelijker en transparanter design wordt voor een lezer snel duidelijk wat de relevantie van een artikel voor hem of haar is. Artikelen kunnen daar nu snel op gescand worden zodat een lezer snel kan beslissen of het interessant genoeg is. Maar ook is nu duidelijk hoeveel tijd het kost om een artikel te lezen. Het is er allemaal op gericht om de lezer ‘in control’ te laten zijn bij het lezen.”
Opkomst en ondergang van het keizerrijk Sanderink
Gerard Sanderink doet stapje terug bij Centric – schreef Automatisering Gids (AG) op 28 juni 2013. Het nieuws was dat Centric een nieuw directiemodel invoert. Eigenaar en – toen nog – algemeen directeur Gerard Sanderink verkleint daarbij zijn rol bij de dagelijkse leiding. Ging de vermogende ondernemer toen met pensioen? Nee, zijn terugtreden bij Centric toen was om tijd vrij te maken voor zijn andere bedrijven, waaronder Oranjewoud en Strukton. Zo luidde het nieuws toen.
Maar na dat (eerste) terugtreden bij Centric kwam ingrijpen door Sanderink, gevolgd door onder druk terugtreden en de macht overdragen. Daarna kwam wéér ingrijpen door de eigengereide eigenaar en terugkomen bij zijn IT-bedrijf, maar formeel niet de leiding hebben. Afgerond met alsnog een machtsgreep gevolgd door machtsconsolidatie en uiteindelijk een door de rechtbank opgelegde exit. Tussendoor heeft Sanderink nog plannen voor een cybersecuritydivisie onthuld, met een inputfunctie voor zijn vriendin (en tegenwoordig echtgenote): zelfverklaard tophacker Rian van Rijbroek. Die omstreden vrouw speelde geen officiële rol, maar lijkt flinke invloed te hebben.
Meerdere rondes Kamervragen, perikelen rond de boekhouding, rechtszaken tegen opgestapte / weggestuurde topmanagers (met later nog hoger beroep) en onrust onder klanten zijn de afgelopen jaren de revue gepasseerd. Plus diverse mails vanuit het mailaccount van Sanderink, onder meer om een slimme blockchainoplossing voor het ministerie Justitie te bouwen, om pinautomaten te beschermen tegen hackaanvallen en voor Nederland "de digitale voordeur op slot" te doen. Terwijl Sanderink door de Ondernemingskamer is losgewrikt van Centric is deze saga nog niet voorbij; verse rechtszaken, een miljoenenclaim en nieuwe complottheorieën, plus een onderzoek naar Sanderinks bewind spelen nog. En dat tien jaar na zijn (eerste) aftreden.
Jasper Bakker
Al twintig jaar gaat de overheid voorbij aan de sociale rol van IT
“De burgers in Nederland bouwen in stilte aan een gigantische, nieuwe infrastructuur met ongekende mogelijkheden. Alles in huis wordt digitaal: de telefoon, de televisie, de foto- en videocamera. Bovendien kan alles met elkaar praten”, voorspelde Bert Mulder, oud-informatieadviseur van de Tweede Kamer en oprichter van de Informatiewerkplaats in februari 2003 in Automatisering Gids. Mulder – in 2020 helaas overleden – schetste in dat artikel een aardig beeld van hoe we digitale infrastructuren nu gebruiken.
Wat hij miste, was een visie van de overheid op hoe deze infrastructuur de sociale cohesie tussen burgers in steden en wijken zou kunnen vergroten. Mulder ontwikkelde met de Informatiewerkplaats in de Emmense wijk Bargeres met de bewoners de Noaberschapsbank. Dit was een soort contentmanagementsysteem waarmee inwoners bijvoorbeeld een activiteitenkalender en een virtuele bibliotheek konden opzetten. Mensen die slecht ter been waren, zouden elkaar via een breedbandverbinding kunnen voorlezen. Maar hij voorzag ook problemen die nog altijd actueel zijn. "Wat gebeurt er als […] alleen al in Den Haag met 450.00 inwoners er misschien wel 50.000 websites zijn. [..] Wat je als overheid niet wil, is dat al die websites nare informatie over anderen gaan spuien. Evenmin wil je dat Microsoft 50.000 websites gaat ontwikkelen. Wij willen de discussie over de randvoorwaarden en het op de politieke agenda zetten", stelde Mulder.
Sociale media hebben sindsdien, buiten de overheid om, Mulders wensen om mensen met elkaar in contact te brengen deels ingevuld. Maar op het probleem van misbruik van de digitale voorzieningen voor polarisatie en onthechting, is door de overheid nog geen antwoord gevonden.
Thijs Doorenbosch
Van weegschaal onder je scherm tot touchscreen in je broekzak
“Aanraakschermen hebben iets futuristisch”, schreef Jan Libbenga in juli 1993 in de Automatisering Gids. “Bij sommige toepassingen zijn toetsenbord en muis geheel overbodig geworden. Geldautomaten en informatiezuilen zijn daar aardige voorbeelden van.”
Het touchscreen van toen is echter wel anders dan nu: destijds maakten we van normale beeldschermen een ‘aanraakscherm’. Het artikel spreekt van een ‘weegschaal’ – waar je maar liefst 650 pond voor betaalde - dat je onder de monitor schuift. Het apparaat registreert vervolgens de drukkrachten die met de hand of pen op het beeldscherm worden uitgeoefend. Andere opties waren speciale films en folie, met bijvoorbeeld een dun laagje metaal waarop een elektrische spanning werd aangelegd. Wordt het scherm aangeraakt, dan trekken de vingers de spanning naar zich toe, waar sensoren aanraakcoördinaten kunnen afleiden.
Dertig jaar later zijn touchscreens - dat Nederlandse woord bleef toch niet zo goed hangen – de normaalste zaak van de wereld. De techniek is dan ook veel verder gekomen: veel schermen hoef je niet eens écht aan te raken. In de buurt komen is al voldoende om bijvoorbeeld infrarode lichtstralen te onderbreken of om de elektrische capaciteit te veranderen.
Vermoedelijk zou Libbenga zich niet alleen verbazen over de voortgang in technologie. Op vrijwel ieder bureau ligt nog altijd een toetsenbord en muis, en het lijkt er niet op dat daar snel verandering in komt. In de afgelopen dertig jaar hebben we namelijk een belangrijk inzicht gekregen: een touchscreen desktop of aanraakgevoelige monitor op je bureau, dat werkt vaak niet prettig. Die touchscreens houden we liever in onze zak, de geldautomaat of de informatiezuil op het station.
Eveline Meijer
Magazine AG Connect
Dit artikel verscheen ook in AG Connect editie 6 2023. Wil je het blad ook ontvangen? Bekijk dan onze abonnementen.
Reacties
Om een reactie achter te laten is een account vereist.
Inloggen Word abonnee