Er is variatie!
Bear with me … Iedereen kent natuurlijk de evolutietheorie. “Survival of the fittest”! Dat is een wat botte en makkelijk te misbruiken samenvatting van de hele evolutietheorie zoals Darwin die ooit opschreef. Die oorspronkelijke theorie draait om drie stellingen: 1) Er is variatie in kenmerken van organismen 2) er is schaarste in resources en die schaarste zorgt ervoor dat sommige kenmerken tot meer nakomelingen leiden en 3) er is een vorm van erfelijke overdracht van kenmerken.
Het gaat mij hier nu even om die eerste stelling. “Er is variatie”. Dat zinnetje is niet zomaar bedoeld als een constatering. Nee, er is variatie, er moet en zal variatie zijn. Zonder variatie geen leven. Zonder variatie sterft een soort uit omdat het de veranderingen om zich heen niet kan volgen. Biologen worden zenuwachtig wanneer er nog maar een paar exemplaren zijn van een soort. Niet dat kleine aantal maar de te kleine variatie is hun werkelijke zorg. Met twee exemplaren van een soort zou je in theorie miljoenen exemplaren kunnen terugkweken. Als al die miljoenen exemplaren geen variatie kennen (want een hele beperkte groep voorouders), dan heb je er niets aan. Een enkele ziekte zal ze allemaal wegvagen. En er geldt: Hoe complexer het organisme, hoe belangrijker variatie wordt.
In ons vak geldt meestal precies het tegenovergestelde: Er is gelijkvormigheid. In dezelfde gebiedende vorm: Er moet en zal gelijkvormigheid zijn. Iedereen houdt zich continu bezig met de vraag “hoe zorgen we er voor dat alle teams en alle projecten op dezelfde manier werken?”.
Altijd die vraag “Hoe kan het zijn dat dit team anders werkt dan de andere teams?” (bedoeld als “Wie heeft ze daar toestemming voor gegeven?”). Erger nog: hoe complexer het werk, hoe strikter men vast wil houden aan gelijkvormigheid. Het resultaat zien we overal om ons heen. Als er geen variatie is, dan is er geen mogelijkheid om te adapteren en te verbeteren. Gelijkvormigheid is stilstand. Stilstand is dodelijk.
De evolutieleer kent ook het begrip ‘genetische drift’. Wanneer een soort op twee eilanden leeft en er geen uitwisseling is tussen die eilanden, dan groeien die twee groepen vanzelf steeds verder uit elkaar. Uiteindelijk ontstaan twee nieuwe soorten die niet meer te kruisen zijn. Dat is bij teams natuurlijk ook waar we bang voor zijn, dat ze uit elkaar drijven en niet meer samen kunnen werken. Dat los je op door zo veel mogelijk ervaringen uit te wisselen, niet door variatie de kop in te drukken.
Reacties
Om een reactie achter te laten is een account vereist.
Inloggen Word abonnee