Apple-hardware is slechts een vehikel

Driemaal is scheepsrecht. AirPods, Macs en zelfs iPads doen er voor Apple steeds minder toe. In de aanloop naar de verwachte onthulling van Apple’s tegenhanger voor videostreamingreus Netflix heeft het iPhone-bedrijf haast stiekem drie van zijn belangrijke geachte productlijnen ververst. De kostbare draadloze oortelefoondopjes AirPod, de lang verwaarloosde iPad mini en middenmoottablet iPad Air, plus de all-in-one desktopcomputer iMac.

Kwestie van vooruitgang

Vroeger zou Apple een avondvullende presentatie hebben gegeven. Voorafgegaan door een hint-gevende uitnodiging. Op de avond zou er flink zijn uitgewijd over de geclaimde innovaties, groot en klein, in de dan geshowde productverversingen. ‘Tot wel twee keer sneller’ en ‘Nu nog makkelijker, toegankelijker. Ongelofelijk’. En ‘Met UltraRetinaPlus’, of een andere zelf gecreëerde marketingterm.

Heel vroeger zou een topman nog vergelijkingen met rekenvermogen of vooruitgang in datadoorvoer hebben voorgedragen. Natuurlijk is dat laatste in de loop der jaren meer en meer onderbelicht geraakt. Voor veel consumenten - en ook toepassingen - doen de tech-details er tegenwoordig veel minder toe. Afgezien dan van de hoeveelheid opslagruimte op een iPhone, of bijvoorbeeld de reëel haalbare batterijduur van AirPods.

Laatstgenoemde is bij MacBooks al geruime tijd nauwelijks meer een issue; een beetje werkdag wordt wel gehaald op een volle accu. Tech-fijnproevers klagen wel eens dat Apple niet netjes meegaat met de nieuwste processorgeneraties van Intel, maar missen dan het punt dat ‘the latest greatest’ steeds minder significante meerwaarde heeft te bieden.

Online-dienstenimperium

Kortom, de nitty-gritty van de hardware doet er steeds minder toe. Apple beseft dat al jaren en is in die periode ook zijn services-aanbod flink aan het uitbouwen. Ondanks slechte start met bijvoorbeeld MobileMe boert de maker van Macs, iPods en iPhones goed met online-diensten. Denk aan het succes van de iTunes Music Store, gevolgd door de App Store en relatief recent de toevoeging van Apple Music.

Vergeet hierbij niet de bescheiden maar betrouwbare inkomstenstroom van cloudopslag-bijkopende iPhone- en iPad-gebruikers. Een captive audience, dat trouw maandelijks kan betalen voor extra opslagruimte in de iCloud. Op die gebruikersbasis bouwt Apple voortvarend voort.

Een miljardenbusiness

Qua business zijn services al goed voor miljarden dollars aan omzet voor Apple. De afvlakkende groei in de verkoop van nieuwe iPhones is voor sommige analisten een teken van doem voor Apple. Maar andere analisten zien daarin gewoon een volwassenwording van de markt en zij bespeuren dat Apple zich allang richt op de volgende groeimarkt. En met succes: services zouden de meest winstgevende business binnen Apple’s iOS-business zijn.

Aankomende maandag doet het kapitaalkrachtige en qua beurs- én merkwaarde hoogaangeslagen bedrijf een aankondiging, over ‘showtime’. Berichten over een tv-toestel van Apple doen de ronde, maar die hardwaregerichte speculatie mist ‘the point’. Misschien dat Apple wel een nieuwe uitvoering van zijn mediaspeler Apple TV aankondigt, maar dat zal bijzaak zijn.

De show gaat door

De hoofdaankondiging zal online-services omvatten, waarschijnlijk op mediagebied. Een Netflix-tegenhanger bijvoorbeeld. Die dan valt te genieten op een Apple TV, een iMac of een iPad. Geen wonder dat vernieuwing van zulke randapparatuur niet meer zo groots als vroeger worden geshowd. Apple’s schijnwerpers staan nu op andere sterren gericht.

Hoe Apple qua merkwaarde in 2 jaar tijd van nummer 15 naar nummer 1 is gesprongen, en sindsdien aan kop is gebleven: