Topvrouw VMware krijgt de bons

Opslagspecialist EMC nam VMware in 2004 volledig over. Dat gebeurde tegen de zin van Greene, maar veel andere medewerkers met aandelen in het bedrijf konden de verleiding niet weerstaan. EMC bracht VMware in augustus vorig jaar gedeeltelijk naar de beurs, wat een miljard dollar opbracht.

De nieuwe chief executive officer Paul Maritz richtte na zijn vertrek bij Microsoft in 2000, waar hij gedurende veertien jaar onder meer verantwoordelijk was voor de ontwikkeling van Windows, het softwarebedrijf PI Corp op. Vorig jaar nam EMC dat bedrijf over.

Het eenjarig contract van de 53-jarige Greene liep deze maand af. Zij heeft het bedrijf geleid sinds de oprichting tien jaar geleden. In die periode is VMware uitgegroeid tot de de grootste leverancier van virtualisatiesoftware ter wereld, met vijfduizend medewerkers en een verwachte omzet van bijna 2 miljard dollar in het lopende boekjaar. Greenes echtgenoot Mendel Rosenblum is eveneens mede-oprichter van VMware.

Naar verluidt waren er spanningen tussen Greene en topman Joe Tucci van moederbedrijf EMC, die tevens voorzitter is van VMware’s raad van commissarissen. Greene had laten uitkomen dat ze zelfstandiger wilde opereren ten opzichte van EMC om goede relaties te kunnen onderhouden met afnemers als IBM en HP, die op de markt voor opslagsystemen concurrenten zijn van EMC.

Aandeelhouders hebben het nieuws over de vervanging van Greene afgestraft met de verkoop van hun VMware- en EMC-aandelen. De beurswaarde van beide bedrijven daalde daardoor gisteren met meer dan 8 miljard dollar, meldt de Wall Street Journal . De marktwaarde van VMware zelf is sinds oktober 2007, toen een piek van 50 miljard dollar werd bereikt, gedaald naar ongeveer 15 miljard dollar.