Buitenlandse elektronica vaak onveilig, waarschuwt brancheclub

Branchevereniging FME beklaagt zich over het toezicht op de zogeheten CE-markering. Die geeft aan dat een product voldoet aan Europese regels voor veiligheid, gezondheid en milieu. Bedrijven bepalen volgens de belangenclub meestal zelf of hun waar aan de eisen voldoet, en dat gaat buiten Europa vaak mis.

'Vrijwel geen controle'

"De markering is nep en van conformiteit is geen sprake. Er is vrijwel geen controle op dergelijke producten", stelt FME-voorzitter Ineke Dezentjé Hamming in de verklaring van de branchevereniging. Ze roept de overheid op meer en beter toezicht te houden. Dat zal echter niet zomaar gaan, gezien de oorzaak voor het gebrekkige toezicht die Hamming aanstipt: "Markttoezicht ontbreekt door een capaciteitsprobleem bij de marktautoriteiten". De FMEI pleit dan ook voor meer capaciteit bij toezichthouders.

Daarnaast vraagt de branche-organisatie aan de staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat (EZK) om een samenwerkingsverband tussen overheid en bedrijfsleven op te zetten. "De overheid heeft het bedrijfsleven nodig om adequaat toezicht op nep CE-markeringen te kunnen houden. Bedrijven zitten dichter op de markt en de overheid kampt met capaciteitsproblemen." De FME is nu bezig om een voorstel voor zo'n publiek-private samenwerking op te stellen.

Oneerlijk voordeel vanuit China

Naast een groot risico voor Europese consumenten, vindt FME dat er sprake is van oneerlijke concurrentie. Door het minder nauw te nemen met voorschriften, kunnen makers van bijvoorbeeld elektronica buiten Europa namelijk goedkoper produceren en verkopen. "Zo worden via Chinese online platformen inferieure elektrotechnische producten zoals bekabeling en verlichting aangeboden. Deze zogenaamd CE-conforme producten zijn relatief goedkoop, waardoor er sprake is van oneerlijke concurrentie. Bovendien veroorzaken ze zeer onveilige situaties voor de maatschappij."