Innovatieprogramma maakindustrie krijgt vervolg
SMITZH bestaat uit een consortium van elf partners, die samen innovatie willen stimuleren door kennis en financiering te bieden voor projecten die zij met fieldlabs uitvoeren. Bedrijven in de maakindustrie moeten daardoor een sterkere concurrentiepositie krijgen en het innovatieve vermogen van de regio moet vergroot worden.
Het programma heeft inmiddels twee fases gehad, waarin gewerkt werd aan nieuwe toepassingen op het gebied van flexibele manufacturing, mensgerichte technologie, digital twinning en data delen. De tweede fase is afgerond met ruim tien kiemprojecten, enkele tientallen bedrijven die in actie kwamen en drie demonstratieprojecten.
Miljoeneninvestering in fase 3
Nu volgt er dus een derde fase, waarin nieuwe toepassingen getoetst worden op de waarde die ze hebben voor maakbedrijven, vertelt Lotte de Groen, programmamanager vanuit TNO. "Onze ambities zijn concreet. Bijvoorbeeld ‘zero programming’: robots die niet hoeven te worden geprogrammeerd maar die op basis van CAD-tekeningen van het product en sensoren, ‘snappen’ wat ze moeten doen."
Om dat mogelijk te maken, is 12 miljoen euro beschikbaar gesteld voor het programma. De Provincie Zuid-Holland investeerde daar 5,2 miljoen euro van, TNO droeg 1,5 miljoen euro bij. Met dat geld wordt niet alleen aan nieuwe toepassingen gewerkt, maar ook aan het bereiken van de maakbedrijven.
Mkb beter bereiken
Tijdens de eerdere fases bleek namelijk dat dit lastig is. Van de 10.000 maakbedrijven in Zuid-Holland zijn er nu ongeveer 400 bereikt. Om meer mkb en middelgrote bedrijven te betrekken bij de ontwikkeling van slimme maaktechnologie, wordt er bij het deelprogramma InnovationQuarter samengewerkt met partners als FME, TU Delft, Metaalunie, de Haagse Hogeschool, Hogeschool Rotterdam en HI.
Reacties
Om een reactie achter te laten is een account vereist.
Inloggen Word abonnee