Politieke techvisie

De partij ziet Nederland in 2030 als digitale koploper en veilige datahaven. Om deze doelstelling te bewerkstelligen formuleert de partij zes aandachtspunten:

• omarm technologie en stel de mens centraal,
• investeer fors in innovatie en de digitale economie,
• versterk de positie van gebruikers ten opzichte van dominante internetbedrijven,
• wees als overheid terughoudend met het verzamelen van data,
• sta voor een vrij en veilig internet en draag dit internationaal uit,
• maak technologie en internet tot prioriteit van het kabinetsbeleid.

Op dit laatste punt komt de partij met de aanbeveling een minister aan te stellen voor Economie, Technologie en Privacy die aan het hoofd staat van een, zoals de partij het noemt, nieuwe driehoek voor technologie- en internetbeleid die verder bestaat uit de ministeries van Veiligheid & Justitie en Binnenlandse Zaken.

D66 ziet de overheid als hoeder van een vrij en open internet

Ongeacht de vraag of de lezers van de D66-visie het al dan niet eens zijn met de inhoud van het rapport, is het desalniettemin belangrijk dat dit soort visierapporten over technologie en samenleving in het politieke hart van ons land worden geproduceerd. Het bevat in ieder geval voldoende inhoud om een serieus debat aan te gaan over de relevantie van de digitalisering van onze samenleving en alles wat daarbij verder komt kijken. Wat zou het mooi zijn als alle partijen hun visie op dit onderwerp zouden presenteren. Dan kan de vergelijking gemakkelijker worden gemaakt en kunt u straks als bovengemiddeld in technologie geïnteresseerde kiezer uw stem geven aan de meest aansprekende toekomstvisie.

Dat geldt vooral voor het onderwerp ‘de transitie van onze samenleving naar een informatiesamenleving’. Hoe ziet een dergelijke transitie eruit volgens het Techvisie-rapport? D66 pleit voor het ontsluiten van alle overheidsdata als open data aangezien bestanden die met belastinggeld zijn aangelegd vrij toegankelijk moeten zijn. Als we hier over doordenken betekent dit dat het bedrijfsleven meer en meer ook als ondersteuner of leverancier van uitvoeringstaken zou kunnen gaan fungeren. Dit betekent dat bij de toekomstige aansturing van de transitie er een goede publiek-private samenwerking dient te bestaan, zodat de politiek begrijpt wat het bedrijfsleven te bieden heeft en het bedrijfsleven begrijpt binnen welke kaders het kan acteren.