Zo helpt virtual reality de politie om inbrekers te pakken

Het Onderzoeksprogramma Politie en Wetenschap gaf de Vrije Universiteit en Universiteit van Twente de opdracht om te onderzoeken wat inbrekers afschrikt. Door virtual reality te gebruiken, lukte het om gedrag in kaart te brengen, zo meldt de organisatie in een persbericht. Aan het onderzoek deden 181 veroordeelde inbrekers en 123 niet-inbrekers mee.

Virtual reality als onderzoeksmethode

Voorafgaand aan het onderzoek werden twee doelen gesteld. De eerste was bedoeld om vast te stellen of virtual reality als onderzoeksmethode gebruikt kan worden om het gedrag van inbrekers te bestuderen. Het tweede doel was om te onderzoeken of en hoe de fysieke of symbolische aanwezigheid van buurtbewoners inbrekers afschrikt. Er werden door de wetenschappers twee virtuele wijken ontwikkeld. Deelnemers kregen vervolgens de opdracht om deze te verkennen alsof zij een inbraak wilden plegen.

Wat schrikt af?

In één wijk werden deelnemers geconfronteerd met verschillende afschrikkingsborden, zoals het WhatsApp-buurtpreventiebord. Ze werden ook virtueel geconfronteerd met aanwezige buurtbewoners. Vervolgens werd er bekeken of de bajesklanten de virtuele wijken realistisch vonden en of ze het gevoel hadden daadwerkelijk in een wijk te zijn. Dit was bij de meeste kandidaten het geval, waarmee volgens de onderzoekers is aangetoond dat virtual reality een onderzoeksmethode kan zijn.

Ook werd door de wetenschappers bekeken of waarschuwingsborden de inbrekers hebben afgeschrikt. Dat bleek niet het geval. Een fysiek zichtbare buurtbewoner op straat werkte daarentegen wél afschrikwekkend. De effectiviteit van borden tegen inbrekers lijkt minder goed te werken dan gedacht, zo luidt de conclusie.