Les in digitale vaardigheden komt versneld naar primair en voortgezet onderwijs

Wiersma benadrukt in een brief aan de Tweede Kamer dat er nog geen kerndoelen zijn voor digitale geletterdheid, "waardoor de opdracht op digitale geletterdheid voor scholen niet duidelijk is". "Er zijn daarom grote verschillen tussen scholen in de manier waarop zij les geven in digitale geletterdheid en daarmee zijn de verschillen in niveaus tussen leerlingen ook groot."

Onder digitale geletterdheid vallen verschillende domeinen, zoals informatievaardigheden, mediawijsheid, ICT-basisvaardigheden en computational thinking. "Een goede basis in digitale geletterdheid betekent dat leerlingen begrijpen welke persoonlijke en maatschappelijke gevolgen digitale technologie heeft en daar keuzes in kunnen maken. Ook houdt dit in dat ze vaardigheden hebben om hun voordeel te doen met digitale technologie, bijvoorbeeld in het contact met de overheid, het vinden van werk en het regelen van financiële zaken", aldus Wiersma.

Maar kinderen zijn voer de hele linie nu nog onvoldoende digitaal vaardig, zeker als het gaat om informatievaardigheden, mediawijsheid en computational thinking. Daarom is er een 'masterplan' opgezet om hier versneld beter les in te gaan geven. Met dit plan krijgen leraren en schoolleiders betere en gerichtere hulp om leerlingen vooruit te helpen. "Dit is geen kwestie van meer werk, maar van meer focus."

Hulpteams met experts

De overheid vraagt scholen in het primair en voortgezet onderwijs nu  al om zich te focussen op de verbeteringen van de basisvaardigheden taal, rekenen/wiskunde, burgerschap en digitale geletterdheid. Maar volgens Wiersma hebben sommige scholen daar extra hulp bij nodig. Daarom krijgen 500 scholen volgend jaar extra geld om de basisvaardigheden te verbeteren. Het geld kan bijvoorbeeld ingezet worden om per dag een uur extra les te geven in basisvaardigheden voor specifieke leerlingen.

Ook is er extra ondersteuning via een hulpteam met experts beschikbaar. Dit team gaat naar scholen toe om samen met het lerarenteam een plan op maat uit te voeren. "Komend schooljaar kunnen hiermee tienduizenden leerlingen worden geholpen. Scholen staan er dus niet alleen voor."

Voor de lange termijn wordt er samen met het onderwijsveld, wetenschappers en maatschappelijke organisaties aan verbeterplannen gewerkt. Zo moeten leerkrachten een duidelijke opdracht hebben, zodat "glashelder is wat leerlingen moeten kennen en kunnen". "En we willen beter zicht op de resultaten van leerlingen, waar het eventueel mis gaat en hoe we dat kunnen verbeteren."