Mobiel internetgebruik in VS neemt snel toe

Van de draadloze internetters maakt 39 procent bij voorkeur gebruik van een laptop en 32 procent van een ‘handset’ zoals een gewone mobiele telefoon, smartphone, pda of mp3-speler met Wi-Fi, bijvoorbeeld om webpagina’s te bekijken, te e-mailen of te chatten (het totaal is groter dan 56 procent doordat sommigen meer dan één soort mobiel apparaat gebruiken). Bij het vorige onderzoek van Pew, eind 2007, ging nog maar 24 procent met een handset het internet op.

Ongeveer 19 procent van de ruim 2500 ondervraagden gaat elke dag het web op met hun mobiele apparatuur. Eind 2007 gold dit voor 11 procent van de Amerikanen.

Apparatuur voor het lezen van elektronische boeken staat nog in de kinderschoenen, blijkt ook uit het rapport van Pew. Maar 2 procent van de Amerikanen bezit een e-boeklezer zoals de Kindle van Amazon en maar 1 procent gebruikt zo’n apparaat om te internetten.

Opvallend is dat minderheden in de VS al verder zijn met mobiel internetten dan blanke Amerikanen. Onder zwarte Amerikanen schoot mobiel internetten met een handset tussen december 2007 en april 2009 omhoog van 29 naar 48 procent en 29 procent doet dit zelfs elke dag. Bij Latino’s was sprake van een groei van 38 naar 47 procent.

Blanken bleven in dit opzicht ver achter, ondanks een toename van 21 naar 28 procent. Een mogelijke verklaring is dat bijvoorbeeld zwarten minder dan gemiddeld beschikken over een vaste breedbandaansluiting (83 versus 64 procent). De lager betaalde minderheidsgroepen zouden volgens deze uitleg hun uitgaven beter in de hand kunnen houden met een mobiel abonnement inclusief gesubsidieerde telefoon voor een vaste prijs per maand.

Volgens John Horrigan, een van de opstellers van het Pew-rapport, verstevigt mobiele internettoegang drie steunpilaren van betrokkenheid: communiceren, informatie zoeken en informatie delen met anderen. Met internet in hun broekzak zijn veel Amerikanen à la minute zowel consumenten als producenten van digitale informatie, aldus Horrigan.