'Grenzen aan politieonderzoek smartphone'

Als echter alle gegevens op een smartphone worden uitgelezen, waardoor volledig inzicht wordt verkregen in contacten, oproepgeschiedenis, berichten en foto’s, mag de politie dat alleen doen met toestemming van een officier van justitie of rechter-commissaris. Dat oordeelde de Hoge Raad gisteren.

De uitspraak volgt in een zaak waarin de politie de smartphone onderzocht van een man die in 2014 werd verdacht van het smokkelen van cocaïne via Schiphol. Op zijn smartphone werd voor hem belastend bewijs aangetroffen, maar zijn advocaat voerde aan dat met het doorzoeken van de smartphone van de verdachte diens recht op privacy was geschonden en dat daarom het op de telefoon gevonden bewijs niet gebruikt mag worden in de zaak.

Onrechtmatig

In de  wet staat dat voorwerpen in beslag mogen worden genomen als dat kan helpen om de waarheid aan het licht brengen. De Hoge Raad gaat mee in die redenering, als de inbreuk op de persoonlijke levenssfeer beperkt blijft. Maar als het onderzoek aan een smartphone zo ver gaat dat een bijna compleet beeld ontstaat van het persoonlijk leven van de smartphonegebruiker dan kan het onderzoek onrechtmatig zijn. Als de politie gegevens op een smartphone systematisch wil onderzoeken,bijvoorbeeld met behulp van een technisch systeem, zoals XRY, is dus toestemming nodig van een officier van justitie of rechter-commissaris.

Terug naar gerechtshof

De zaak wordt nu terugverwezen naar het gerechtshof in Amsterdam. Het hof moet beoordelen of met het achterhalen van alle contacten, de oproepgeschiedenis, berichten en privéfoto’s van de verdachte niet een te grote inbreuk is gemaakt op het privéleven van de verdachte.

Minister van Justitie en Veiligheid Stef Blok heeft de Tweede Kamer laten weten te werken aan een regeling voor het doorzoeken van smartphones.