Nederlandse CEO’s minder betrokken bij databeveiliging

De respondenten werden ondervraagd over verschillende onderwerpen zoals cybercriminaliteit, de economie en technologische ontwikkeling. Vooral op het gebied van databeveiliging zijn de Nederlandse CEO’s minder positief en persoonlijk betrokken dan hun collega’s. 

Niet direct verantwoordelijk

De CEO’s vinden zichzelf in vergelijking met hun collega’s uit het buitenland minder direct verantwoordelijk voor de beveiliging van hun klantgegevens, terwijl tegelijkertijd ruim tachtig procent van de CEO’s aangeeft dat een gedegen strategie om cybercriminaliteit te voorkomen essentieel is om het vertrouwen van de stakeholders te blijven houden en het klantenbestand op de lange termijn te laten groeien. 

“Opvallend is dat de CEO in het beschermen van klantgegevens maar een beperkte rol voor zichzelf ziet” aldus KPMG-topman Rob Fijneman. “Slechts één op de drie bestuursvoorzitters beschouwt de bescherming van klantgegevens als één van de belangrijkste persoonlijke verantwoordelijkheden om ook op de lange termijn groei van het aantal klanten te kunnen realiseren. Dat betekent dat de druk op de bedrijven om te voldoen aan de nieuwe privacywetgeving die eind mei van kracht wordt, nog groot zal zijn.”

Minder voorbereid

Een kleine veertig procent van de ondervraagde CEO’s ziet tegelijkertijd dat de eigen organisatie goed voorbereid is op mogelijke cyberaanvallen en in staat is deze te identificeren, terwijl ruim de helft van de ondervraagde buitenlandse bestuursvoorzitters vindt dat de eigen organisatie door de gedane voorzorgsmaatregelen zich tijdens een cyberaanval geen zorgen hoeft te maken over de voortgang van de strategische operaties.

De Nederlandse bestuurders zien cyberaanvallen tegelijkertijd ook minder als een onmiddellijke dreiging dan hun collega’s in het buitenland. 36 procent is het eens met de stelling dat het een kwestie is van “wanneer” en niet “of” hun bedrijf te maken krijgt met een cyberaanval. In andere landen ligt dat percentage op 49 procent.