Atos verslechtert ontslagvergoeding

Door deze gang van zaken ligt er bij Atos blijvende druk op de kosten, aldus De Unie. Eén van de terreinen waarop Atos denkt te kunnen besparen, is de ontslagvergoeding. Atos is van plan zich vanaf 1 juli strikt te houden aan het regime dat de Wet werk en zekerheid voorschrijft. Die schrijft voor dat bij ontslag een zogeheten transitievergoeding wordt toegekend van een derde maandsalaris per dienstjaar voor de eerste 10 jaar en een half maandsalaris per dienstjaar dat men langer dan 10 jaar in dienst is geweest, met een maximum van 75.000 euro, dan wel een jaarsalaris voor mensen die meer verdienen dan 75.000 euro per jaar.

Forse achteruitgang

Voor Atos-medewerkers betekent dit een forse achteruitgang. Hoewel Atos geen sociaal plan kent, kregen medewerkers tot nog toe een ontslagvergoeding op basis van de kantonrechtersformule. Daarbij krijgt de betrokkene tot en met zijn 34e een half maandsalaris per dienstjaar, van zijn 35e tot en met zijn 44e één maandsalaris per dienstjaar, van zijn 45e tot en met zijn 54e anderhalf maandsalaris per dienstjaar en boven die leeftijd 2 maandsalarissen per dienstjaar. Dat uitgangspunt is vastgelegd in een memo mobiliteit en boventalligheid.

De Wet werk en zekerheid geeft werkgevers de mogelijkheid om met vakbonden aanvullende afspraken te maken over de ontslagvergoeding. Atos liet de Unie desgevraagd echter weten niet bereid te zijn de wettelijke ontslagpremie aan te vullen. Atos vindt de kosten van afvloeiing te hoog, aldus De Unie.