Papierloos kantoor nog ver weg

In totaal is twaalf procent van de werkende Nederlanders is een voorstander van een werkplek zonder printers. Dit blijkt uit onderzoek dat AFAS Software heeft laten uitvoeren door Panelwizard onder 1.123 werkende Nederlanders. Het onderzoek 'Hoe digitaal is werkend Nederland?' wijst uit dat de steeds verdergaande digitalisering en automatisering van Nederland lang niet altijd over de volle breedte geldt voor het bedrijfsleven.

Willen en kunnen?

Zo hebben nagenoeg alle bedrijven nog printers, meldt AFAS, en wordt er nog door een groot gedeelte van de medewerkers gebruikgemaakt van papieren agenda’s. "Waarom?", vraagt de softwareleverancier zich af. Kunnen en willen werknemers in Nederland papierloos gaan werken, en wat zijn de drempels daarvoor? Deze vragen zijn meegenomen in het uitgevoerde onderzoek.

Daaruit komt naar voren dat de informatie- en communicatiesector logischerwijs voorop loopt in de omslag naar (meer) papierloos werken. Dat vooroplopen is echter relatief. Zo'n 27 procent van de werknemers in die sector antwoordt 'ja' op de vraag of hun organisatie 'prima zonder printer kan'? Daarmee geeft bijna driekwart (73 procent) dus aan dat de printer onmisbaar is.

Opvallende verschillen

Na deze 'koploper', de informatie- en communicatiesector, volgen de financiële sector, retail, gezondheidszorg, overheidsdiensten en onderwijs. In laatstgenoemde meent slechts 4 procent van de werknemer dat hun organisatie papierloos kan gaan. In de financiële sector ligt dat percentage op 20 procent, in de retail op 11 procent, in de gezondheidszorg op 8 procent in voor overheidsdiensten ook op 8 procent. Het gemiddelde van alle sectoren ligt op 12 procent, qua werknemers die oordelen dat hun organisatie 'prima zonder printer' kan.

Verder geeft een kwart van alle ondervraagden aan dat ze zich weleens te ergeren aan collega’s die te vaak printen. Het zijn vooral dertigers en jongeren die zich storen aan het printgedrag van collega's: daar ergert zo'n 30 procent zich aan collega's die te veel printen. In de groep van veertigers en vijftigers zit dit aandeel net onder de 20 procent. Bij ouderen, boven de 60 jaar, ergeren mannen zich bovengemiddeld (28 procent) aan printgedrag van collega's, maar ergeren vrouwen zich opvallend minder (slechts 10 procent).