Innovatie

Grote vraag die ik in mijn vorige blog aanstipte is hoe je de mogelijkheden van technologische ontwikkelingen vertaalt naar praktische oplossingen voor de eindgebruiker. Hoe wordt technologie nuttig toepasbaar? Wat is er nodig om te kunnen innoveren?

Als we het hebben over de ‘klassieke manier’ van innoveren houdt dat in dat er op basis van een idee een functioneel plan van eisen wordt gemaakt. Aan de hand daarvan wordt de innovatie in een lab ontwikkeld, getest, aangepast en als één eindoplossing opgeleverd. Dat is volgens mij niet de manier waarop innovatie moet worden toegepast en ook niet hoe wij het vandaag de dag doen.

Het is niet voor niets dat termen als ‘agile’ en ‘scrum’, die hun oorsprong kennen in de wereld van softwareontwikkeling, vandaag de dag ook steeds breder door technologiebedrijven worden omarmd. Beginnen met de basis en daarna stapje voor stapje testen en uitbreiden. Het gaat dan om projecten met korte doorlooptijden, waarbij veel vaker in de praktijk getest en getoetst wordt en bovendien flexibiliteit voorop staat. En juist daar liggen wat mij betreft de uitdagingen: bedrijven die deze manier van werken in de praktijk kunnen vertalen, kunnen echt met technologische innovatie aan de slag.