UvA bouwt AI-hotspot op Science Park

Het voorgenomen 'co-creatiegebouw' van 11.000 m2 is een uitwerking van het beleid van het Amsterdam Science Park om er het vestigingsklimaat voor bedrijven te verbeteren. De universiteit wil hiermee de snelle groei in onderwijs, onderzoek en co-creatie op het gebied van informatica en AI accommoderen.

De faculteit Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica groeit uit haar jasje, en bovendien verwacht de UvA veel van de fysieke nabijheid van disciplines: "Omdat AI ook grote juridische, ethische en culturele implicaties heeft, is de UvA als brede universiteit bij uitstek toegerust om ook die aspecten vanuit de verschillende disciplines te onderzoeken. Het nieuwe gebouw biedt kansen de gewenste samenwerking tussen de faculteiten op het gebied van Artificial Intelligence te stimuleren." Het streven is om het Instituut voor Informatica in zijn geheel in het nieuwe gebouw onder te brengen.

Leidend in Nederland

De gemeente Amsterdam draagt 4 miljoen euro bij om een impuls te geven aan de samenwerking tussen Amsterdamse kennis- en onderzoeksinstellingen en het bedrijfsleven binnen de groeimarkt van de kunstmatige intelligentie. Wethouder Kukenheim van Onderwijs roemt "de positie van Amsterdam en het Amsterdam Science Park als een van de belangrijke Europese centra op het gebied van bètaonderwijs en -onderzoek" en ook volgens Geert ten Dam, bestuursvoorzitter van de Universiteit van Amsterdam [wordt] "de Amsterdamse wetenschappelijke expertise op het terrein van Artificial Intelligence breed erkend als leidend in Nederland en erbuiten." De Masteropleiding Artificial Intelligence wordt overigens in samenwerking met de Vrije Universiteit Amsterdam georganiseerd. De Keuzegids Hoger Onderwijs beoordeelt de Master aan de Rijksuniversiteit Groningen als de beste.

Publiek-private samenwerking

De bedoeling is om samenwerkingen aan te gaan zoals met Bosch in het Deltalab en met Qualcomm in het QUVA-lab op het Science Park. Daartoe wordt 4.000 m2 van het gebouw beschikbaar gesteld voor verhuur aan andere kennisinstellingen en bedrijven. Over een aantal weken is meer duidelijk over de verwachte kosten en hoe in de dekking daarvan wordt voorzien. Voor de zomer wil de universiteit een besluit nemen over de haalbaarheid; bij een positieve beslissing moet de bouw in 2019 beginnen en kan het gebouw begin 2021 in gebruik genomen worden.