Digitalisering centraal in nieuw plan wijkverpleging

Sensoren en beeldverbindingen worden voor ouderen in de nabije toekomst het primaire contact met de thuiszorg. Een nieuw plan dat minister Conny Helder voor Langdurige Zorg en Sport vandaag naar de Tweede Kamer stuurt, is gericht op een sterke vermindering van de werkdruk voor de wijkverpleging. Digitalisering speelt een belangrijke rol in het plan. Zo wordt beeldbellen de norm, gaan sensoren bijvoorbeeld een val in huis detecteren en doorgeven en moet een digitaal systeem de oudere herinneren aan het innemen van medicijnen, schrijft de Volkskrant hierover. Digitaal als het kan, maar ook zelf als het kan en thuis als het kan, zijn de onderdelen van het motto.

Een deel van het budget is bestemd voor het realiseren van huisvesting waarin ouderen langer zelfstandig kunnen blijven wonen, zoals seniorenwoningen zonder trappen, clusterwoningen met wooneenheden met een gemeenschappelijke ruimte en intergenerationeel wonen, ofwel woningen waar jongeren en ouderen samenwonen en elkaar kunnen helpen.

Zorgvuldige invoering

De vergaande digitalisering is best een riskante stap, memoreert de Volkskrant. In 2009 ging thuiszorgorganisatie Meavita nog failliet op een mislukt digitaliseringsproject waarin beeldbellen centraal stond. Dertien jaar verder zijn de ouderen echter wel meer digitaal vaardig geworden en is ook de techniek verbeterd. Maar de minister heeft in haar plan wel aandacht voor de ingrijpende veranderingen. Zo moeten uit het budget ook coaches worden aangesteld die gaan helpen bij een goede introductie van de technologie.

Het plan van de minister bouwt voor een belangrijk deel voort op het advies van een commissie onder leiding van voormalig minister Wouter Bos (PvdA) dat ruim twee jaar gelden werd uitgebracht onder de titel: Oud en zelfstandig in 2030, een reisadvies. Daarin werd al geadviseerd in te zetten op digitale zorg en de bouw van meer seniorenwoningen. Naar verwachting neemt het aantal 75-plussers in de periode tot 2030 met 600.000 toe tot 2 miljoen. De groep 85-plus met een relatief grote zorgbehoefte groeit in die periode van 160.000 naar 540.000.